FC 300 Design Guide
verband met kortsluiting. Bij het inschakelen wordt
getest of de remweerstand is afgekoppeld.
NB!:
Om een waarschuwing in samenhang
met Uit [0] of Waarsch. [1] op te
heffen, moet de netvoeding af en
opnieuw aan worden gekoppeld. De fout moet
eerst worden opgeheven. Met Uit [0] of Waarsch.
[1] blijft de frequentieomvormer functioneren,
zelfs wanneer er een fout is gevonden. In het
geval van Uitsch. [2] zal de frequentieomvormer
uitschakelen en tegelijkertijd een alarm geven
(uitschakeling met blokkering). Dit gebeurt als de
remweerstand is kortgesloten of is afgekoppeld,
of als de rem-IGBT is kortgesloten.
2-17 Overspanningsreg.
Optie:
*
Uitgesch.
Ingesch. (geen stop)
Ingesch.
Functie:
De overspanningsregeling wordt geselecteerd
om het risico te beperken op een uitschakeling
(trip) van de omvormer bij een overspanning op
de DC-tussenkring die wordt veroorzaakt door
genererend vermogen van de belasting. Ingesch.
(geen stop) houdt in dat de overspanningsregeling
(OVC) actief is, behalve wanneer er wordt gestopt
als gevolg van een stopsignaal.
2-2* Mechanische rem
"
Bij hijstoepassingen moet een elektromagnetische
rem bediend kunnen worden. De rem wordt bediend
met behulp van een relaisuitgang (relais 01 of relais
02) of een geprogrammeerde digitale uitgang (klem
27 of 29). Deze uitgang moet gedurende de tijd dat
de frequentieomvormer niet in staat is de motor
te 'houden', bijvoorbeeld vanwege een te hoge
belasting, normaal gesloten worden gehouden.
Selecteer Mechanische rembesturing [32] in par.
5-40 (Arrayparameter), par. 5-30 of par. 5-31
(digitale uitgang 27 of 29) voor toepassingen met
een elektromagnetische rem. Als Mechanische
rembesturing [32] is geselecteerd, wordt de
mechanische rem gesloten tijdens het starten totdat
de uitgangsstroom boven het geselecteerde niveau
in par. 2-20 Remstroom vrijgeven is. Tijdens het
stoppen wordt de mechanische rem geactiveerd
wanneer de snelheid onder het geselecteerde niveau
in par. 2-21 Remsnelheid activeren [TPM] is. Als de
frequentieomvormer zich in een alarmstatus of een
overstroom- of overspanningssituatie bevindt, wordt
*
standaardinstelling( )
160
Programmeren
[0]
[1]
[2]
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld.
Dit is ook het geval tijdens een veilige stop.
2-20 Stroom bij vrijgave rem
Bereik:
0,00 - par. 16-37 A
Functie:
De motorstroom wordt ingesteld op vrijgave
van de mechanische rem als er een
startconditie aanwezig is.
2-21 Snelheid remactivering [TPM]
Bereik:
0 - par. 4-53 TPM
Functie:
De motorsnelheid wordt ingesteld op
activering van de mechanische rem als er
een stopconditie aanwezig is.
2-22 Snelheid remactivering [Hz]
Bereik:
0 - Max. snelh.
Functie:
Stel de motorfrequentie in op activering van de
mechanische rem als er een stopconditie aanwezig is.
2-23 Vertraging remactivering
Bereik:
0,0-5,0 s
Functie:
Bepaalt de remvertragingstijd van de vrijloop na
de uitlooptijd. De as wordt stilgehouden met een
volledig houdkoppel. Met deze parameter wordt
ervoor gezorgd dat de mechanische rem de belasting
heeft geblokkeerd voordat de motor in vrijloopmodus
komt. Zie het gedeelte Mechanische rem.
*
0,00A
*
0TPM
*
0 Hz
*
0,0s