FC 300 Design Guide
TRUE [1] - voert de vaste waarde TRUE
•
in de logische regel in.
Actief [2] - zie par. 5-13 voor een beschrijving.
•
Binnen bereik [3] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
Op referentie [4] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
Koppelbegr. [5] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
•
Stroombegr. [6] - zie par. 5-31 voor
een beschrijving.
Buiten stroombereik [7] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Onder I, laag [8] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
•
Boven I, hoog [9] - zie par. 5-31 voor
een beschrijving.
Buiten snelh.-bereik [10] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Onder freq. laag [11] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Boven freq. hoog [12] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Buiten terugk.-bereik [13] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Onder terugk. laag [14] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Boven terugk. hoog [15] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Therm. waarsch. [16] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Netsp. buiten bereik [17] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Omkeren [18] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
Waarsch. [19] - zie par. 5-31 voor
•
een beschrijving.
•
Alarm (uitsch.) [20] - zie par. 5-31
voor een beschrijving.
Alarm (uitsch & blok) [21] - zie par. 5-31
•
voor een beschrijving.
Comparator 0 [22] - gebruik het resultaat van
•
comparator 0 in de logische regel.
•
Comparator 1 [23] - gebruik het resultaat van
comparator 1 in de logische regel.
Comparator 2 [24] - gebruik het resultaat van
•
comparator 2 in de logische regel.
Comparator 3 [25] - gebruik het resultaat van
•
comparator 3 in de logische regel.
•
Logische regel 0 [26] - gebruik het resultaat
van Logische regel 0 in de logische regel.
Logische regel 1 [27] - gebruik het resultaat
•
van Logische regel 1 in de logische regel.
*
standaardinstelling( )
Programmeren
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Logische regel 2 [28] - gebruik het resultaat
•
van Logische regel 2 in de logische regel.
Logische regel 3 [29] - gebruik het resultaat
•
van Logische regel 3 in de logische regel.
•
Time-out 0 [30] - gebruik het resultaat van
timer 0 in de logische regel.
Time-out 1 [31] - gebruik het resultaat van
•
timer 1 in de logische regel.
Time-out 2 [32] - gebruik het resultaat van
•
timer 2 in de logische regel.
•
Digitale ingang DI18 [33] - gebruik de waarde
van DI18 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI19 [34] - gebruik de waarde
•
van DI19 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI27 [35] - gebruik de waarde
•
van DI27 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI29 [36] - gebruik de waarde
•
van DI29 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI32 [37] - gebruik de waarde
•
van DI32 in de logische regel (Hoog = TRUE).
•
Digitale ingang DI33 [38] - gebruik de waarde
van DI33 in de logische regel (Hoog = TRUE).
13-41 Logische regel operator 1
Array [4]
Optie:
*
Uitgeschakeld
AND
OR
AND NOT
OR NOT
NOT AND
NOT OR
NOT AND NOT
NOT OR NOT
Functie:
Selecteert de logische operator die moet
worden gebruikt in de booleaanse ingangen
van par. 13-40 en 13-42.
[13 -XX] geeft de booleaanse ingang van par. 13-*.
UITGESCHAKELD [0] - selecteer deze optie om
•
par. 13-42, 13-43 en 13-44 te negeren.
AND [1] - evalueert de uitdrukking
•
[13-40] AND [13-42].
OR [2] - evalueert de uitdrukking
•
[13-40] OR [13-42].
AND NOT [3] - evalueert de uitdrukking
•
[13-40] AND NOT [13-42].
•
OR NOT [4] - evalueert de uitdrukking
[13-40] OR NOT [13-42].
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
207