Veiligheidstechnische voorwaarden
3
Vereisten voor de inbedrijfstelling
3.5
Vereisten voor de inbedrijfstelling
3.6
Vereisten voor het bedrijf
16
•
Er moet een gedocumenteerde inbedrijfstelling en een controle van de veiligheids-
functies plaatsvinden.
®
•
Voor MOVITRAC
B met veiligheidsuitschakeling van de aandrijving volgens
stopcategorie 0 of 1 conform EN 60204-1, gewaarborgde beveiliging tegen opnieuw
aanlopen conform EN 1037-1 en overeenstemming met veiligheidscategorie 3 con-
form EN 954-1 of performance level d conform EN ISO 13849-1 moeten bij de inbe-
drijfstellingstests van de uitschakelinrichting en van de bedrading in principe proto-
collen worden opgesteld.
•
Bij de inbedrijfstelling moet de 24V-veiligheidsspanning in de functietest worden
opgenomen.
•
Het bedrijf is alleen binnen de gespecificeerde limieten van de databladen toege-
staan. Dit geldt zowel voor het externe veiligheidsrelais als voor de MOVITRAC
•
De veiligheidsfuncties moeten regelmatig worden getest om de probleemloze wer-
king te controleren. De testintervallen moeten op basis van de risicoanalyse worden
vastgelegd.
Functionele veiligheid – MOVITRAC
®
B.
®
B