3.2.2
Gevaar veroorzaakt door uitlopen van de aandrijving
Houd er rekening mee dat de aandrijving kan uitlopen als er geen mechanische rem is
of als de rem defect is.
Aanwijzing: als door het uitlopen toepassingsafhankelijke gevaren situaties ont-
staan, moeten aanvullende veiligheidsmaatregelen (bijv. beweegbare afdek-
kingen met vergrendeling) worden getroffen die de gevaarlijke plaats afschermen
tot het gevaar voor personen volledig is geweken.
De extra beschermkappen moeten zodanig zijn ontworpen en geïntegreerd dat ze
voldoen aan de voor de machine vereiste veiligheidscategorie.
Nadat er een stopcommando is geactiveerd, moet de toegang al naargelang het risico
vergrendeld blijven tot de aandrijving tot stilstand is gekomen, of moet er een toegangs-
tijd worden vastgesteld om een resulterend veilig interval aan te kunnen houden.
3.3
Vereisten voor de installatie
Neem voor toepassingen met veiligheidsuitschakeling van de aandrijving volgens stop-
categorie 0 of 1 conform EN 60204-1 en gewaarborgde beveiliging tegen opnieuw aan-
lopen conform EN 954-1 veiligheidscategorie 3 of performance level d conform
EN ISO 13489-1 van MOVITRAC
•
•
•
De voor de specifieke toepassing geldende voorschriften moeten in acht worden
genomen.
•
•
•
•
•
•
Functionele veiligheid – MOVITRAC
Veiligheidstechnische voorwaarden
De leiding tussen de veiligheidsbesturing (resp. het veiligheidsrelais) en
®
MOVITRAC
B steker X17/X8 wordt aangeduid als 24V-veiligheidsspanning.
De vermogensleidingen en de 24V-veiligheidsspanning moeten in aparte kabelgoten
worden gelegd.
De 24V-veiligheidsspanning moet EMC-genormeerd als volgt worden gelegd:
– Afgeschermde leidingen buiten een elektrische inbouwruimte moeten vast gelegd
en tegen externe beschadigingen beschermd worden of er moeten gelijkwaardige
maatregelen met hetzelfde effect worden getroffen.
– In een elektrische inbouwruimte kunnen enkele aders worden gelegd.
In ieder geval moet ervoor gezorgd worden dat op de 24V-veiligheidsspanning geen
spanning komt te staan.
De totale kabellengte tussen de veiligheidsbesturing (bijv. veiligheidsrelais) en
®
MOVITRAC
B is om EMC-redenen beperkt tot maximaal 100 m.
Bij groepsuitschakeling dienen het schakelvermogen van het veiligheidsrelais en het
maximaal toegestane spanningsverlies op de 24V-voedingskabel in acht te worden
genomen.
Er mogen alleen aansluitklemmen (verdelers) worden gebruikt, die voldoen aan
EN 60204-1 en kortsluiting voorkomen.
Voor de EMC-genormeerde uitvoering van de bedrading dienen de aanwijzingen in
de technische handleiding "MOVITRAC
vooral op dat de afscherming aan beide zijden op de behuizing moet worden aange-
sloten.
Er mogen alleen spanningsbronnen met veilige scheiding (SELV/PELV) volgens
VDE0100 worden gebruikt. Conform EN 60950-1 mag de spanning tussen de uit-
gangen of tussen een willekeurige uitgang en een geaard onderdeel de 60V-gelijk-
spanning niet langer dan 0,2 s overschrijden als er zich één enkele fout voordoet.
De maximale gelijkspanning is 120 V.
®
B
Vereisten voor de installatie
®
B onderstaande aanwijzingen in acht.
®
B" in acht genomen te worden. Let er
3
13