Transporteren / rangeren
5
Transporteren / rangeren
Voor het transport en bij het rangeren met de machine moeten de volgende punten in
acht genomen worden:
5.1
Elektrische voedingsleidingen scheiden
Aanpak
1. Hoofdschakelaar (2) op 0 of op OFF zetten.
2. Alle voedingsleidingen (1) losnemen.
3. Bedieningsterminal demonteren.
Met deze machine mag niet aan het openbaar verkeer deelgenomen worden.
Bij transport is een snelheid van maximaal 5 km/h toegestaan.
Voorzichtig bij het maken van bochten. De machine zwenkt uit.
Let altijd op voldoende bodemvrijheid.
Voor het transport of voor het rangeren moeten personen uit de gevarenzone van
de machine worden weggestuurd.
Tijdens het transporteren / rangeren mogen zich geen personen op de machine
bevinden.
Alleen geheel geleegde machines transporteren of aan de trekker koppelen.
Alle beweegbare en zwenkbare onderdelen van de machine moeten voor het ran-
geren ingeklapt en geborgd worden.
31