8.20
Flow Control-lijnbesturing (optie)
Met de functie Flow Control kunnen alle machines binnen een inschuurlijn vanaf een
bedieningsterminal met een vastgelegde volgorde ingeschakeld en uitgeschakeld wor-
den.
Een inschuurlijn bestaat normaal gesproken uit een stortbunker, meerdere transport-
banden en een eindapparaat (hallenvuller of kistenvuller).
Alle machines binnen de inschuurlijn moeten met de optie Flow Control uitgevoerd zijn.
Info
Zodra een machine van de inschuurlijn tijdens de werking wordt uitgeschakeld, worden
tegelijkertijd ook de ervoor aangebrachte machines uitgeschakeld om opstuwing van
het product te voorkomen. Zodra de machine met de functie Flow Control weer wordt
ingeschakeld, worden ook de ervoor aangebrachte machines qua tijd verschoven weer
ingeschakeld.
8.20.1
Functiebeschrijving
Inschuurlijn met hallenvuller resp. kistenvuller
Bij een inschuurlijn met hallenvuller kan de functie Flow Control zowel vanaf de bedie-
ningsterminal van de stortbunker als vanaf de bedieningsterminal van de hallenvuller
ingeschakeld en uitgeschakeld worden.
Bij een inschuurlijn met kistenvuller kan de functie Flow Control uitsluitend vanaf de
bedieningsterminal van de kistenvuller ingeschakeld en uitgeschakeld worden.
Inschakelproces bij de hallenvuller
Na het inschakelen van de functie Flow Control wordt gedurende ca. drie seconden een
waarschuwingssignaal gegeven. Na het waarschuwingssignaal draait er een wachttijd
van zeven seconden af. Na afloop van de gehele 10 seconden wordt eerst de hallen-
vuller ingeschakeld. Daarna worden de transportbanden na elkaar met kleine tussen-
pozen geactiveerd. Pas als alle transportbanden zijn ingeschakeld start de stortbunker
aan de hand van zijn programmering.
Inschakelproces bij de kistenvuller
Zodra de kistenvuller de functie Flow Control heeft ingeschakeld worden tegelijk de
transportbanden na elkaar met kleine tussenpozen ingeschakeld. Pas als alle transport-
banden zijn ingeschakeld start de stortbunker aan de hand van zijn programmering.
Uitschakelproces
Zodra de functie Flow Control via de bedieningsterminal wordt uitgeschakeld, wordt de
hele inschuurlijn uitgeschakeld. De stortbunker en de hallenvuller worden als gepro-
grammeerd uitgeschakeld.
Info
De geselecteerde automatische functie van de hallenvuller blijft bij het uitschakelen van
Flow Control bewaard. Na het opnieuw inschakelen van Flow Control werkt de hallen-
vuller conform de geselecteerde automatische functie verder.
198
Aanwijzingen voor het gebruik