Onderhoud
13
Onderhoud
13.1
Onderhoudsfases voor de machine
Om de bedrijfsgereedheid en -veiligheid te handhaven moet de machine met
regelmatige tussenpozen worden gecontroleerd, verzorgd en onderhouden. Dat moet
met verschillende onderhoudsfasen uitgevoerd worden waarvoor verschillende
personen
onderhoudswerkzaamheden door de operator van de machine, de distributiepartner
van GRIMME en de servicetechnicus van GRIMME.
Wanneer de verplichte onderhoudswerkzaamheden niet door de desbetreffende
verantwoordelijke persoon worden uitgevoerd komt de garantie te vervallen.
De exploitant van de machine dient ervoor te zorgen dat alle voorgeschreven
maatregelen op tijd uitgevoerd en gerapporteerd worden. Hierbij hoort de dagelijkse
reiniging net zo goed als de afspraak voor inspectie met de distributiepartner van
GRIMME.
Bepaalde oderhoudswerkzaamheden mogen alleen door deskundig personeel
(servicetechnicus of distributiepartner van GRIMME) uitgevoerd worden. De
onderhoudsfasen leggen duidelijk vast, wie de voorgeschreven maatregelen uit moet
voeren.
De indeling in onderhoudsfasen beoogt dat:
verantwoordelijk
de bediener van de machine de bindende in het onderhoudsrooster beschreven
maatregelen uitvoert (bijv. reinigen, smeren, controleren).
de bediener van de machine de uitvoering van de maatregelen activeert. Bovendien
moet hij de onderhoudsintervallen controleren en is voor het op tijd laten checken
van de machine door de GRIMME distributiepartner verantwoordelijk.
de GRIMME distributiepartner van de dealer de maatregelen uitvoert die de
bediener van de machine niet mag uitvoeren of bij gebrek aan technische
mogelijkheden (bijv. een ontbrekende hijskraan) niet kan uitvoeren.
de GRIMME distributiepartner na ruggespraak met de GRIMME-service bepaalde
maatregelen uitvoert en aan de hand van het onderhoudsrooster beslist of er een
GRIMME service-technicus gewaarschuwd moet worden.
zijn.
Er
wordt
een
verschil
gemaakt
tussen
231