Programmeer- en diagnosemenu
Parameters
514
515
525
526
516
517
518
3
56
812
Bunkerbodem
Capacity-Control inschakelen / uitschakelen
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
Restlediging inschakelen / uitschakelen
0 = restleging uit = er blijft een rest achter in de stortbunker.
1 = restleging aan = de stortbunker wordt volledig geleegd.
Aan deze parameter kan ingesteld worden of na het herkennen van de minimum
resthoogte ofwel de stortbunker of alle met Flow Control verbonden machines
uitgeschakeld moeten worden.
0 = alleen de stortbunker wordt uitgeschakeld.
1 = alle met Flow Control verbonden machines worden uitgeschakeld.
Resthoogte instellen
Aan deze parameter kan worden ingesteld, hoe hoog de resterende hoogte bij het
automatisch uitschakelen moet zijn.
Instelbereik: 0,00 - 1,00 m
Aan deze parameter wordt de tijd ingesteld, waarna de bunkerbodem (of de ge-
hele machine) na continue onderschrijding van de resthoogte wordt uitge-
schakeld.
Instelbereik: 0 – 250 seconden
Aan deze parameter wordt de inschakelvertraging tot de activering van de functie
'Resten verwijderen' na het starten van de bunkerbodem ingesteld.
Instelbereik: 0-250 seconden
Sensor instellen
Aan deze parameter wordt de hoogte ingesteld die bij de sensorafstelling werd
berekend. ► Zie voor verdere informatie pagina 115.
Aan deze parameter kan de maximum snelheid van de bunkerbodem ingesteld
worden.
Speed-factor bunkerbodem
Als de vereiste gelijkblijvende producthoeveelheid tijdens de volledige lediging
niet in acht wordt genomen, kan een speedfactor worden ingevoerd.
Instelbereik: 0,7 % – 1,3 %
Aan deze parameter kan de sensor voor de regeling van de snelheid van de
bunkerbodem (Capacity Control) ingeschakeld of uitgeschakeld worden.
0 = sensor niet ok / regeling is uitgeschakeld.
1 = sensor ok / regeling is ingeschakeld.
Voorbeeld:
Bij een defecte sensor zou de regeling (Capacity Control) proberen om de bun-
kerbodem met maximum snelheid aan te drijven. Als de parameterwaarde ve-
randerd wordt in 0 kan de snelheid van de bunkerbodem met de hand ingesteld
worden.
Toelichting
215