Storing, oorzaak en oplossing
11.5
Waarschuwingsmeldingen
In bepaalde situaties worden er waarschuwingen op de bedieningsterminal aangegeven. Alle
waarschuwingen (symbolen) die op de bedieningsterminal kunnen verschijnen, zijn genummerd.
Aan de hand van de rode nummers kan het symbool aan de lijst worden toegewezen.
Nummer
Symbool Betekenis
4
15
16
18
34
41
69
78
79
84
129
130
133
134
147
Geen machinetype
12 Volt-vrijgave voor Direct-
Start ontbreekt
Motorveiligheidsschakelaar
is in werking getreden.
STOP-schakelaar bediend
Startblokkering
Direct-Start offline / geen
motortype geconfigureerd
Waarschuwingsmelding bij
fase-uitval
Stop door restleging
Sensor instellen
Draaiveld van de elektro-
motor niet in orde
Olietemperatuur / oliepeil
Sensor bunkerband
Uitgang defect
Ingang defect
Besturing I uit
Oplossing
Configuratie machinetype uitvoeren.
Motor af laten koelen, motorbelasting reduceren.
STOP-schakelaar ontgrendelen of afsluitstekker in de
bedieningsterminal steken en vastdraaien.
Twee seconden na het stoppen van de motor kan hij
pas weer worden gestart
Direct-starter heeft geen verbinding met de MDA-com-
puter. Kabels en leidingen controleren. Directe starter
controleren.
Eén van de drie fasen in de verzorging weer inschake-
len.
(aanwijzingsmelding)
Sensorafstelling aan de bunkerband uitvoeren.
► Zie voor verdere informatie pagina 117.
Twee fasen in de aansluitstekker met behulp van de fa-
sewisselaar verwisselen. ► Zie voor verdere informatie
pagina 98.
Machine af laten koelen, olie bijvullen
Sensor vervangen.
Uitgangen controleren.
Ingangen controleren.
Besturing I inschakelen.
223