Veiligheid
3.8
Veiligheidsvoorschriften op de elektrische / elektronische installatie
Alleen originele zekeringen met de voorgeschreven sterkte gebruiken. Bij een storing in
de elektrische stroomvoorziening onmiddellijk de machine uitschakelen.
Werkzaamheden aan het elektrische systeem of bedrijfsmiddelen mogen slechts door
hiervoor opgeleide specialisten worden uitgevoerd, met het in acht nemen van de va-
ktechnische regels en normen.
De elektrische uitrusting van een machine moet regelmatig worden gecontroleerd. Ge-
breken zoals losse contacten of geschroeide kabels moeten onmiddellijk worden ver-
holpen.
De machine is met elektronische componenten en bouwgroepen uitgerust, waarvan het
functioneren door elektromagnetische stralen van andere apparatuur kan worden
beïnvloed. Zulke beïnvloeding kan tot gevaarlijke situaties voor personen leiden, als de
volgende veiligheidsvoorschriften niet worden nageleefd.
Bij een latere installatie van elektrische en elektronische apparatuur of componenten in
de machine, is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker of deze installatie tot sto-
ringen van het elektrische systeem van het voertuig of van andere componenten leidt.
Dit geldt in het bijzonder voor: Dat geldt met name voor
Er op letten dat de achteraf geïnstalleerde elektrischen en elektronische onderdelen
conform de EMC-richtlijn 2014/30/EU zijn en een CE-kenmerk dragen.
Bij het achteraf inbouwen van mobiele communicatiesystemen (bijv. telefoon) moet
eveneens aan de volgende eisen worden voldaan:
Voor de aansluiting, installatie en de maximaal toelaatbare stroomafname moeten
eveneens de montageaanwijzingen van de machinefabrikant in acht worden genomen.
Mobiele telefoons
Zenders
Er mag alleen door de nationale overheid toegelaten apparatuur worden gemon-
teerd.
Het apparaat moet vast worden gemonteerd.
Het gebruik van mobiele apparatuur binnen de trekker of op de machine is alleen
toegestaan via een vast gemonteerde buitenantenne.
Het zendgedeelte moet gescheiden van de machine-/voertuigelektronica worden
gemonteerd.
Bij de opbouw van een antenne moet op een vakkundige aansluiting van de antenne
op de voertuigmassa worden gelet.
19