Parameters
553
554
563
515
9
14
83
94
15
16
210
Turbo Clean automatische regeling
Reinigingstijd
Aan deze parameter wordt de duur van de reiniging van een walspakket inge-
steld.
Instelbereik: 0 – 60 seconden
Intervaltijd
De intervaltijd is de tijd die tussen twee reinigingsprocedures ligt.
Instelbereik: 0 - 60 minuten
Leeglooptijd
De tijd waarin de walsen leeg draaien (vrij van aardappelen) voordat Turbo
Clean start, kan worden ingesteld.
Instelbereik: 3 – 60 seconden
Koppeling met restleging
Turbo Clean kan aan de functie Resten verwijderen worden gekoppeld (alleen bij
uitvoering met Capacity Control).
0 = Turbo Clean start niet als de restleging de bunkerbodem uitschakelt.
1 = Turbo Clean start als de restleging de bunkerbodem uitschakelt.
De grondreinigingswalsen (pakketten 1 en 2) kunnen of na elkaar of tegelijkertijd
worden gereinigd.
0 = walspakketten na elkaar reinigen. (Standaard)
1 = walspakketten tegelijkertijd reinigen.
De voorsorteerwalsen (pakketten 1 en 2) kunnen of na elkaar of tegelijkertijd
worden gereinigd.
0 = walspakketten na elkaar reinigen. (Standaard)
1 = walspakketten tegelijkertijd reinigen.
De voorsorteerwalsen (pakketten 1 en 2) bij uitvoering met tweetrapse voorsor-
teereenheid kunnen ofwel na elkaar of tegelijkertijd worden gereinigd.
0 = walspakketten na elkaar reinigen.
1 = walspakketten tegelijkertijd reinigen.
De voorsorteerwalsen (pakketten 1 en 2) bij uitvoering met drietrapse voorsor-
teereenheid kunnen ofwel na elkaar of tegelijkertijd worden gereinigd.
0 = walspakketten na elkaar reinigen.
1 = walspakketten tegelijkertijd reinigen.
Na het reinigen van de walspakketten wordt de grondafvoervand voor de hier in-
gestelde tijd tegen de transportrichting in ingeschakeld.
Instelbereik: 0 – 20 seconden
Als deze waarde op 0 seconden wordt ingesteld wordt de transportrichting niet
omgekeerd.
Na het reinigen van de walspakketten wordt de sorteerafvoerband voor de hier
ingestelde tijd tegen de transportrichting in ingeschakeld.
Instelbereik: 0 – 20 seconden
Als deze waarde op 0 seconden wordt ingesteld wordt de transportrichting niet
omgekeerd.
Programmeer- en diagnosemenu
Toelichting