12
Maatregelen na het gebruik
12.1
Reinigen van de machine
Voor een storingsvrije werking is een regelmatige reiniging van de machine beslist
noodzakelijk. Het negeren van de volgende beschrijvingen kan tot verkeerde functies
of voortijdige slijtage van de machine of van afzonderlijke componenten leiden. In dit
geval is uitsluitend de exploitant verantwoordelijk voor eventueel opgetreden schade!
12.1.1
Aanwijzingen voor de machinereiniging met hogedrukapparatuur
Aanwijzing
Een ondeskundige aanpak bij het reinigen met hogedrukapparatuur kan machine-
schade veroorzaken.
Bij het reinigen met hogedrukapparatuur moeten de volgende aanwijzingen nageleefd
worden:
Minimum afstand van 60 cm tussen machine en brede sproeier aanhouden.
Houd een spuithoek aan van tenminste 25°.
De spuitdruk mag maximaal 100 bar zijn.
De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 20 °C.
Werk alleen met brede sproeiers.
Maak met de brede straal steeds heen- en weergaande bewegingen.
Gebruik geen reinigingstoevoegingen.
Reinigingsstraal niet rechtstreeks op smeer- en lagerpunten richten.
De elektrische installatie tegen vocht en vuil beschermen. De reinigingsstraal niet
Neem de gebruikershandleiding van het hogedrukapparaat in acht.
12.1.2
Machine reinigen
Aanwijzing
De in deze machine toegepaste kunststof onderdelen zijn niet bestand tegen chemi-
sche reinigingsmiddelen.
Reinigingsaanwijzingen:
- Gebruik geen chemische stoffen op kunststof onderdelen.
- maximale watertemperatuur 40°C.
Milieubeschermingsmaatregel
Gebruik geen verdunner, wasbenzine of oplosmiddelhoudende producten om veront-
reinigingen zoals olie, vet, hars, enz., te verwijderen! Deze reinigers kunnen onderde-
len van kunststof of PVC-folie, bijv. bunkerbodems, beschadigen of vernielen.
Er mogen uitsluitend geschikte speciale reinigers worden gebruikt zoals Dynova van
de fabrikant Eco-Nova.
Milieubeschermingsmaatregel
Voer reinigingswerkzaamheden uitsluitend uit op speciale wasplaatsen, zodat het
geoogste product resp. de akker niet in aanraking komt met olie, vet, rubber, reinigings-
middelen enz. Deze stoffen moeten worden opgevangen en volgens de regels afgevo-
erd.
226
rechtstreeks op elektrische / elektronische componenten (bijv. videocamera´s, boord-
computers, stekkerverbindingen) richten.
Maatregelen na het gebruik