Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BRÖTJE TrioCondens BGB 15 E Installatiehandleiding pagina 94

Condenserende gaswand
Verberg thumbnails Zie ook voor TrioCondens BGB 15 E:
Inhoudsopgave

Advertenties

Programmering
Min pomptoerental
(2322)
Max pomptoerental
(2323)
Nominale belasting
(2330)
Basis belastingstrap
(2331)
Belasting bij min. pomp trntl
(2334)
Belasting bij max. pomp trntl
(2335)
Vent. uitgang verw. max
(2441)
Vent. uitgang max opladen
(2442)
Vent. uitgang Tapw. max
(2444)
Vent. uitschakel. verw bedr
(2445)
Uitschakel vertr. ventilator
(2446)
94
Voor de modulerende pomp kan het toepassingsbereik in procenten worden
weergegeven. De sturing zet de procenten om in een toerental.
De waarde "0%" komt overeen met het minimale toerental.
Met de maximale waarde kan het pomptoerental en ook de maximale vermo-
gensafgifte gelimiteerd worden.
De instelling van Prog.-Nr. 2330 en Prog.-Nr. 2331 is noodzakelijk bij cascade ops-
tellingen met ketels van een verschillend vermogen.
Is onder het Prog.-Nr. 2320 de optie brandervermogen gekozen, wordt de ketel-
pomp volgens het bij Prog.-Nr. Zeile 2334 ingestelde vermogen met de minimale
ingestelde pompsnelheid in werking gezet. Bij de onder Prog.-Nr. 2335 ingestelde
brandervermogen wordt de ketelpomp met maximale snelheid in bedrijf geno-
men. Ligt het brandervermogen tussen beide waarden, dan wordt de pompsnel-
heid lineair omgerekend.
Met deze parameter kan het maximaal ketelvermogen in verwarmingsbedrijf be-
grensd worden.
Opmerking: Hierbij gaat het over de berekende waarde. Het werkelijk vermogen
moet met een gasteller berekent worden.
Met deze parameter kan het maximaal ketelvermogen in doorlaadbedrijf bij boi-
lers begrensd worden.
Opmerking: Hierbij gaat het over de berekende waarde. Het werkelijk vermogen
moet met een gasteller berekent worden.
Met deze parameter kan het maximale ketelvermogen bij warm water bedrijf in-
gesteld worden.
Opmerking: Hierbij gaat het over de berekende waarde. Het werkelijk vermogen
moet met een gasteller berekent worden.
Deze functie zorgt voor afschakeling van de spanning van de ventilator. De span-
ningsverzrong voor de ventilator wordt vrijgegeven, vanaf het moment dat de
ventilator-PWM-aansturing actief is vb. een warm water vrijgave. De afschakeling
gebeurt door de PWM-aansturing te onderbreken vb. einde warm water opwar-
ming. De duur van de uitschakelverzorging kan met de functie ventilatoraanscha-
kelverzoring (Prog.-Nr. 2446) ingesteld worden. Bij een warmwatervrijgave blijft
de spanning op de ventilator, ook wanneer de PWM-aansturing niet actief is.
Bij geen warmtevraag wordt de ventilator spanningsloos gemaakt. Hier wordt de
tijd ingesteld, dat de ventilator nog spanning krijgt.
TrioCondens BGB 15-28 E
304657 02.11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Triocondens bgb 20 eTriocondens bgb 28 e

Inhoudsopgave