Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering
Reg boiler pomp/Tapw klep
(5774)
Zonne servomotor
(5840)
Externe zonwisselaar
(5841)
Combi opslagtank
(5870)
Relais uitgangen QX1/QX2/
QX3
(5890 tot 5892)
108
Met deze parameter kan voor specifieke hydraulische schema's de functie worden
ingesteld van de ketelpomp Q1 en het omschakelventiel Q3 enkel voor warm wa-
ter en verwarmingskring 1 geldig is, of ook voor verwarmingskring 2 en 3 of ande-
re externe verbruikskringen.
- Alle vragen: Het omschakelventiel is hydraulisch bij alle werkingen nodig en
schakelt om tussen warm water bedrijf en alle andere aanvragen om. De ketel-
pomp start bij alle aanvragen.
- Alleen vraag VG1/Tapw Het omschakelventiel is hydraulisch enkel bij verwar-
mingskring en en warm water noodzakelijk en schakelt om tussen beide werk-
ingen. Alle andere aanvragen zijn hydraulisch niet via het omschakelventiel en
de ketelpomp, maar rechtstreeks op de ketel aangesloten.
Het solarsysteem kan i.p.v. met een collectorpomp en omschakelventielen voor
de reservoiraansluitingen ook met laadpompen werken.
- Laadpomp: Bij gebruik van een laadpomp kunnen alle wisselaars gelijktijdig
doorstroomt worden. De parallelle of alternatieve werking is mogelijk
- Omschakelventiel: bij gebruik van een omschakelventiel kan maar 1 wisselaar
doorstroomt worden. De alternatieve werking is dus niet mogelijk
Bij hydraulische schema's met zonnepanelen met 2 boilers of er een externe
warmtewisselaar beschikbaar is en gemeenschappelijk is voor warm water en buf-
ferboiler of dat er maar 1 beschikbaar is voor beiden.
Combiopslagtank-specifieke functies worden met deze instelling geactiveerd. Zo
kan bijv. het bufferreservoir-elektrische verwarmingselement zowel voor de ver-
warming als ook voor het tapwater gebruikt worden.
- Nee: Er is geen combiopslagtank voorhanden
- Ja: Er is een ombiopslagtank voorhanden
- Geen: Relais uitgangen gedeactiveerd.
- Circulatiepomp Q4: de aangesloten pomp dient als tapwater-circulatiepomp
(zie prog.-nr. 1660).
- EL verw tapw K6: Met de aangesloten elektrische weerstand, kan het warm wa-
ter verwarmd worden door bedieing van een elektrische weerstand.
Opmerking: Onder prog.-nr. 5060 moet de bedrijfsmodus ingesteld worden.
- Collectorpomp Q5: aansluiting van een circulatiepomp bij het gebruik van een
zonnecollector.
- Gebr. circ.pomp VK1/2: Aansluiting van een pomp op de ingang Q15/1819 voor
een extra verbruiker, die door een Hx-ingang bedient wordt.
- Ketelpomp Q1: de aangesloten pomp dient voor circulatie van het ketelwater.
- Alarmuitgang K10: Bij het optreden van een fout wordt deze met het alarmrelais
gesignaleerd. Het sluiten van het contact gaat samen met het onder Prog.-Nr.
6612 ingesteld tijdsverloop. Als er geen foutmelding meer actief is, opent het
contact zonder vertraging.
Opmerking: Het alarmrelais kan worden teruggezet, zonder dat de storing werd
verholpen (zie prog. nr. 6710).
- Verw circ pomp VG3 / Q20: Activering van de pompverwarmingscircuit VG3.
- Circ pomp Q14: Aansluiting van een boosterpomp.
- Bronblokkeerventiel Y4: Aansluiting van een omschakelventiel voor het hydrauli-
sche afkoppelen van de warmteopwekker van de rest van het verwarmingsins-
tallatie.
TrioCondens BGB 15-28 E
304657 02.11
Advertenties
Inhoudsopgave
