Programmering
Toegang intern max cir temp
(5141)
Vertr. reg. gew aanv temp
(5142)
Gew wrde aanv temp Xp
(5143)
Gew wrde aanv temp Tn
(5144)
Gew wrde aanv temp Tv
(5145)
Doorlading met B36
(5146)
Min. start temp diff Q33
(5148)
Toegang intern afg. cir temp
(5151)
8.21 Configuratie
Verwarmings groep 1,2,3
(5710, 5715, 5721)
106
Met deze parameter wordt het eindecriterium van een doorlading bij regeling op
de laadopnemer B36 vastgelegd. Wanneer de inhoud van het gelaagde reservoir
tot onder geladen is, stijgt de temperatuur op de laadvoeler.
Hier wordt de filtertijd voor het streefwaarderegistratie ingesteld.
De P-Band Xp legt de versterking van de regelaar vast. Een lage Xp-waarde leidt
tot een hogere aansturing van de laadpomp bij hetzelfde regelverschil.
De bijsteltijd Tn bepaalt de reactiesnelheid van de regelaar bij het uitregelen van
blijvende regelaarverschillen. Een kortere bijsteltijd Tn leidt tot sneller uitregelen.
De duurtijd Tv bepaalt hoe lang een spontane verandering van het regelverschil
nawerkt. Een korte tijd beïnvloedt de regelgrootte ook slechts kortstondig.
Hier kan ingesteld worden of het einde van het doorladen via de temperatuur op
laadvoeler B36 waargenomen wordt.
- Nee: het einde van het doorladen wordt via de temperatuur op de bovenste en
onderste reservoirvoeler B3 en B31 waargenomen.
- Ja: het einde van het doorladen wordt via de temperatuur op de bovenste reser-
voirvoeler B3 en op laadvoeler B36 waargenomen.
Deze parameter bepaalt de inschakelvertraging van de tussencircuitpomp steeds
naargelang de keteltemperatuur. De tussencircuitpomp wordt ingeschakeld zod-
ra de keteltemperatuur de ketelstreefwaarde plus de hier ingestelde waarde be-
reikt heeft. De instelling -5 °C bewerkstelligt dat de tussencircuitpomp ingescha-
keld wordt zodra de keteltemperatuur de ketelstreefwaarde tot 5 °C bereikt
heeft.
De regeling van het brandervermogen op de laadtemperatuur wordt geactiveerd
wanneer sinds het inschakelen van de tussencircuitpomp de hier ingestelde tijd
verstreken is.
Door deze instelling kunnen de verwarmingsgroepen in bedrijf of buitenbedrijf
gesteld worden. In uitgeschakelde toestand worden parameters bij de verwar-
mingsgroepen verborgen.
Opmerking: Deze instelling werkt alleen rechtstreeks op de verwarmingscircuits
en niet op de bediening!
TrioCondens BGB 15-28 E
304657 02.11