Inhoudsopgave
Advertenties
Temp diff buffer/VG
(4722)
Min. opslagtemp verw bedrijf
(4724)
Max laadtemperatuur
(4750)
Herkoelingtemperatuur
(4755)
Herkoeling ketel/VG
(4756)
Herkoeling collector
(4757)
Met zonne toepassing
(4783)
Retouromleiding
(4790 tot 4795)
304657 02.11
Wanneer het temperatuurverschil tussen buffertank en verwarmingsgroep-tem-
peratuurvraag voldoende groot is, wordt de van het verwarmingscircuit benodig-
de warmte van het buffertank betrokken. De warmteopwekker is geblokkeerd.
Daalt de opslagtemperatuur van het bufferrtank onder deze waarde, dan worden
de verwarmingsgroepen uitgeschakeld wanneer er geen opwekker ter beschik-
king staat.
Het bufferreservoir wordt door de solarenergie tot de ingestelde laadtemperatuur
maximaal geladen.
De oververhittingsbeschermfunctie van de collector kan de collectorpomp weer in
bedrijf stellen tot de maximale reservoirtemperatuur bereikt wordt.
De oververhittingsbeschermfunctie van de collector kan de collectorpomp weer in
bedrijf stellen tot de maximale reservoirtemperatuur bereikt wordt.
Voor de herkoeling van het bufferreservoir tot de herkoeltemperatuur staan er
twee functies ter beschikking. De energie kan door een warmteafname van de ru-
imteverwarming of het tapwaterreservoir ontladen worden. Dit kan voor ieder
verwarmingsgroep apart worden ingesteld.
Herkoeling bij te hoge bufferreservoirtemperatuur door afgifte van de energie
aan de omgeving via het collectoroppervlak.
- Uit: de herkoeling is gedeactiveerd.
- Zomer: de herkoeling is alleen in de zomer actief.
- Altijd: de herrkoeling is altijd actief.
Instelling of het buffertank door solarenergie geladen kan worden.
Bij overeenkomstig temperatuurverschil tussen de retouropnemer B73 en de se-
lecteerbare vergelijkingstemperatuur wordt de retour door het onderste bufferre-
servoirdeel omgeleid. De functie kan of als retourtemperatuur-stijging of als re-
tourtemperatuur-daling gebruikt worden. De werkwijze wordt in prog.-nr. 4796
vastgelegd.
Door het vastleggen van de temperatuurverschillen in prog.-nr. 4790 en 4791
worden het in- en uitschakelpunt van de retouromleiding vastgelegd.
In prog.-nr. 4795 wordt de buffertankopnemer geselecteerd, die de waarde voor
de vergelijking met de retourtemperatuur levert, om m.b.v. de ingestelde tempe-
ratuurverschillen de retouromleiding te schakelen.
Opmerking: Voor de activering van de retouromleiding moeten bovendien de relai-
suitgang QX1, QX2, QX3 (prog.-nr. 5890-5892) voor het bufferretourklep Y15 en de
voeleringang BX1, BX2, BX3 (prog.-nr. 5930-5932) voor de gezamenlijke retourop-
nemer B73 geconfigureerd worden.
TrioCondens BGB 15-28 E
Programmering
101
Advertenties
Inhoudsopgave
