Contact type H1/H4/H5/H2
(5951, 5971, 5978)
Spanningswaarde 1/2 H1
(5953, 5955)
Functiewaarde 1/2 H1
(5954, 5956)
Frequentiewaarde 1/2 H4
Functiewaarde 1/2 H4
(5973-5976)
Functie
uitbreidingsmodule
1/uitbreidingsmodule 2
(6020/6021)
304657 02.11
- Ruimtethermostaat VG: Met deze ingang kan men instellen dat de verwar-
mingskring met een ruimtethermostaat uitgevoerd is.
- Tapw thermostaat: Aansluiting van de tapw thermostaat.
- Impulsteller: door contacten aan de ingang kunnen laagfrequentie impulsen vb.
doorstroommetingen uitgevoerd worden.
- Terugmelding rookgasklep: Terugmelding bij actieve uitlaatgasklepbesturing via
de ingang H1.
- Start blokkering: Met deze ingang kan een branderstart verhinderd worden.
- Gebruikers vrg VKx 10V: De externe toepassing geeft een spanningssignaal (DC
0...10 V) als warmtevraag. De lineaire lijn wordt via 2 vaste punten ( spannings-
waarde 1/functiewaarde 1 en spanningswaarde 2/functiewaarde 2 gedefi-
nieerd. ( enkel geldig voor H1 ).
- Belastings opgave: De toepassing ontvant een spanningssignaal (DC 0...10 V) als
vermogensvoorgave. De lineaire lijn wordt via 2 vaste punten ( spanningswaar-
de 1/functiewaarde 1 en spanningswaarde 2/functiewaarde 2 gedefinieerd.
( enkel geldig voor H1 ).
- Doorstr. metin: Een debietvoeler kan aangesloten worden die de doorstroming
aangeeft met een frequentie (enkel geldig voor H4).
Met deze functie kunnen de contacten als rustcontact (contact gesloten, moet
voor het activeren van de functie worden geopend) of arbeidscontact (contact ge-
opend, moet voor het activeren van de functie worden gesloten) worden inge-
steld.
De lineaire voelerkarakteristiek wordt door 2 vaste punten gedefinieerd. De in-
stelling gebeurt met twee parametersparen voor Funktiewaarde en Spannings-
waarde (F1 / U1 en F2 / U2).
De functiewaarde wordt met de factor 10 aangegeven, d.w.z. wanneer bijv. 100°C
gewenst is, moet "1000" ingesteld worden.
De lineaire voelerwaarde wordt door 2 vaste punten gedefinieerd. De instelling
gebeurt met twee parametersparen Funktiewaarde en Frequentiewaarde (F1 / U1
en F2 / U2).
Afb. 29: Voorbeeld voor twee verschillende voelerwaarden
Waterstroom
Bepaling van de functies die door de uitbreidingsmodule 1 en 2 gestuurd wor-
den..
TrioCondens BGB 15-28 E
Programmering
Frequentie
111