Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

FAAC A951 Handleiding pagina 60

Inhoudsopgave

Advertenties

15.1 INTERMODE
5 4 toont de ID's die aan de eenheden A951 van het
netwerk moeten worden toegewezen.
Het systeem bestaat uit een eenheid Master en maximaal
14 Slave-eenheden. A951 Master is de enige eenheid
waarop de bedrijfsmodus moet worden ingesteld, die
vervolgens ook wordt toegepast op alle Slaves.
In INTERMODE is het niet mogelijk om de bedrijfsmo-
dus van een enkele eenheid te wijzigen.
A951 De Master Master moet geprogrammeerd zijn met
ID1, de Slave-eenheden met ID van 2 tot 14.
A951
MASTER
ID=1
A951
15.2 INTERLOCK
55 toont de ID's die aan de eenheden A951 van het
netwerk moeten worden toegewezen.
Een willekeurige van de twee eenheden moet gede-
finieerd worden als Master, de andere als Slave. In
INTERLOCK kan een deur pas openen wanneer de andere
gesloten is; hieronder volgen de beschikbare varianten.
Bij het koppelen van de modus PARTIELE aan de INTER-
LOCK, wordt alleen de Master-vleugel geopend.
A951
A951
Interlock MASTER
SLAVE
ID=1
ID=2
A951
SLAVE
ID=3
A951
SLAVE
ID=15
54
60
Voer de verbinding van de eenheden uit, de pro-
grammering en de Set-up van de afzonderlijke A951
alvorens deINTERLOCK te configureren door middel
van KP EVO.
Voor de activering van deINTERLOCK moet
geselecteerd worden op de Master.
A951
Interlock SLAVE
ID=3
55
5320811 - RevA

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave