GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
!
Aangezien de activering van SCP ook de gevoeligheid
beperkt van de elektronische afknelbeveiliging tij-
dens het laatste gedeelte van de sluiting, moet de SCP
NIET geactiveerd worden in de modus "low energy".
EL
MOTORVERGR. (grendel)
0
= gedeactiveerd
1
= actief in NACHT
2
= actief ENKEL UITGANG
3
= actief in NACHT + EENRICHTING
4
= ALTIJD actief
Et
VERTRAGING OPENING na ACTIVERING GRENDEL
Definieert de vertraging voor de opening van de deur
om de ontgrendeling van de grendel mogelijk te maken,
met name voor de aangedreven grendels.
Kan worden ingesteld tussen
een seconde
rS
REVERSE STROKE (OMKEERSLAG)
Bestuurt, voorafgaand aan de opening, een omkeer met
een duur bepaald door parameter
deling van de grendel te vereenvoudigen
no
= gedeactiveerd
Y
= geactiveerd
C1
CONFIGURATIE INGANG I1
P1
Zie parameter
IF
TEST (FAIL SAFE)
Weergegeven alleen voor de functies
Y
= test geactiveerd
no
= test gedeactiveerd
C2
CONFIGURATIE INGANG I2
P1
Zie parameter
2F
TEST (FAIL SAFE)
Weergegeven alleen voor de functies
Y
= test geactiveerd
no
= test gedeactiveerd
C3
CONFIGURATIE INGANG I2
P1
Zie parameter
3F
TEST (FAIL SAFE)
Weergegeven alleen voor de functies
Y
= test geactiveerd
no
= test gedeactiveerd
C4
CONFIGURATIE INGANG I2
P1
Zie parameter
4F
TEST (FAIL SAFE)
Weergegeven alleen voor de functies
Y
= test geactiveerd
no
= test gedeactiveerd
A951
Standaard
0
3
0
60
en
tienden van
no
Et
, om de ontgren-
4
no
20
21
en
1
no
20
21
en
10
no
20
21
en
46
no
20
21
en
GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
nd
VERTRAGING SENSOR (in de MODUS NACHT)
Wanneer de modus NACHT wordt ingesteld, blijft de
interne detector actief gedurende de in deze parameter
ingestelde tijd, om één enkele opening mogelijk te
maken.
Onmiddellijk na de opening en in ieder
geval bij het verstrijken van de ingestelde vertraging,
wordt de interne detector gedeactiveerd. Instelbaar
0
90
van
tot
s
tL
SETUP
Voer de SETUP-procedure uit (zie § 7.4)
In
STATUS IN/UIT
De segmenten van het display geven de status van de
ingangen en uitgangen aan (39)
St
DE PROGRAMMERING AFSLUITEN
Afsluiten van de programmering en keuze of de
uitgevoerde wijzigingen al of niet moeten worden
opgeslagen
Y
= opslaan
no
= niet opslaan
Na het afsluiten, geeft het display de status van het
automatiseringssysteem weer:
00
GESLOTEN
01
OPENING
02
GEOPEND
03
PAUZETIJD
04
NACHT PAUZETIJD
05
SLUITING
06
EMERGENCY ACTIEF
07
MANUEEL
08
NACHT
11
STOP
12
TEST VEILIGHEDEN
13
FOUT
LO-L2
FASEN SETUP BEZIG
36
Standaard
10
5320811 - RevA