15. INTERCOM
■ BESCHRIJVING
A951 is in staat om met andere eenheden A951 te com-
municeren door middel van een Intercom-netwerkver-
binding. Hiermee is het mogelijk de volgende functies
uit te voeren (menu 2.6.1 van KP EVO):
- INTERMODE: een deur master vanaf waar ook de
bedrijfsmodus van alle andere deuren van het
netwerk wordt ingesteld.
- INTERLOCK: twee enkele deuren, waar de opening
van één deur ondergeschikt is aan de sluiting van
de andere, en omgekeerd.
- 2 VLEUGELS: doorgang bestaande uit twee vleu-
gels.
- 2 v + INTERLOCK: twee doorgangen, elk bestaande
uit twee vleugels, onderling vergrendeld.
!
Elke in het netwerk aangesloten A951 moet met
dezelfde Intercom-modus geprogrammeerd worden.
Voor het tot stand brengen van het communicatienet-
werk, moet op elke A951 de aanvullende Communi-
cation-kaart geïnstalleerd worden.
J2
ON
CL CH G
1 2
A951
SW1
■ VERBINDING
De verbinding van de eenheden op het netwerk vindt
plaats met 3 trapsgewijze draden tussen de connectoren
J2 van de Communication-kaarten (5 3).
!
De volgorde waarmee de eenheden bedraad worden
is vrij, maar het essentieel om een TRAPSGEWIJZE
verbinding te gebruiken.
De 2 DIP switches op de Communication-kaart moeten
als volgt ingesteld worden:
- Op de eerste en de laatste van de trapsgewijs
verbonden eenheden: beiden op ON.
- Op de tussenliggende eenheden (indien aanwe-
zig): beiden op OFF.
■ ADRESTOEWIJZING
Aan iedere op het netwerk aanwezige A951 moet een
eenduidige ID worden toegewezen (menu 2.6.2 van
KP EVO), zoals hieronder aangegeven.
!
Wijs niet dezelfde ID aan meerdere eenheden van
het netwerk toe.
■ REGISTRATIE
Na de bedrading en de adrestoewijzing van alle eenheden
moet de registratie worden uitgevoerd (menu 2.6.3 van
KP EVO), alleen op de A951 met de ID1.
J2
SW1
J2
ON
SW1
CL CH G
1 2
59
J2
ON
SW1
CL CH G
1 2
53
532081 1 - RevA