PROGRAMMERING
Dit menu verzamelt alle parameters voor de werking van
A951. Voor de parameters die ook beschikbaar zijn in
de programmering op kaart wordt de overeenkomstige
functie tussen vierkante haakjes weergegeven; raadpleeg
voor de uitleg 9 en 1 0. De parameters die niet
beschikbaar zijn in de programmering op kaart worden
hieronder uitgelegd.
■ AFREMMING
Definieert de ruimte (in graden van rotatie van de as
van A951) en de vertragingssnelheid (over 3 niveaus)
van de deur voordat de eindstanden open/gesloten
bereikt worden
■ ACCELERATIE
Definieert hoe snel de deur vanuit de stilstand de inge-
stelde openingssnelheid bereikt.
Instelbaar op 10 niveaus (10=maximale acceleratie).
■ DECELERATIE
Definieert hoe snel de deur tot stilstand komt.
Instelbaar op 10 niveaus (10=maximale deceleratie).
■ 2 EASY REG.
Registratie van de inrichtingen BUS 2easy.
■ RELEASE TYPE
Definieert wanneer de voeding van de grendel na de
mechanische ontgrendeling wordt uitgeschakeld:
- OPENING = tijdens de opening
- SLUITING = wanneer de deur gesloten is
■ VLEUGELVERTRAGING
Zie § 10.3.
■ STATUS IN/UIT
Het display toont in realtime de status (geactiveerd/uit-
geschakeld van de ingangen I1-I4, S1-S2 en de uitgangen
O1-O2 ( § 9.2 ).
■ STATUS DEUR
Het display toont in realtime de status van het automa-
tiseringssysteem (§ 9.3).
■ OVERIGE DATA PRINT
Het display toont in realtime nuttige informatie voor de
diagnostiek ( § 9.6 ).
■ INTERCOM
Zie § 10.
A951
■ WEERGAVE DISPLAY
Met het activeren van deze functie wordt de program-
mering op kaart verhinderd: de knoppen +, - en F zijn
gedeactiveerd.
De blokkering blijft ook met de loskoppeling van KP EVO
actief, tot wanneer deze functie gedeactiveerd wordt.
■ KP EVO SLEUTEL
Er kan gekozen worden tussen:
- VERGRENDELD = de gebruiker moet voor toegang
tot de voor hem gemachtigde menu's het pas-
woord gebruiker invoeren.
- ZONDER PSW GEBRUIKER = de gebruiker hoeft
voor toegang tot de voor hem gemachtigde menu's
geen paswoord gebruiker invoeren.
■ OPEENVOLGEND OBST
Definieert het maximale aantal achtereenvolgende
detecties van obstakels in dezelfde bewegingsrichting,
voorafgaand aan de stop in fouttoestand.
■ ERROR TEST
Definieert het effect van de TEST wanneer een fout op de
beveiligingsinrichtingen wordt gedetecteerd.
Bij de deactivering van deze parameter blijft de deur
gestopt in de fouttoestand.
Wanneer de parameter geactiveerd wordt, blijft de deur
functioneren op de minimale snelheid.
FOUTEN
In dit menu worden op het display in realtime de eventu-
ele actieve fouten weergegeven ( § 9.5 ).
WAARSCHUWINGEN
In dit menu worden op het display in realtime de eventu-
ele actieve waarschuwingen weergegeven ( § 9.4 ).
47
532081 1 - RevA