Bescherm de hechtzones van verlengingen met
behulp van aftakdozen met beschermingsklasse IP
67 of hoger.
De totale lengte van de BUS-kabels mag niet meer
zijn dan 100 m.
De bedieningsinrichtingen moeten geplaatst worden
in zones die niet gevaarlijk zijn voor de gebruiker en
die ook met de geopende vleugel bereikbaar zijn.
Het is raadzaam om de bedieningsinrichtingen binnen
het gezichtsveld van het automatiseringssysteem te
plaatsen. Een eventueel geïnstalleerde noodstop-
knop moet voldoen aan de norm EN13850.
Neem de volgende hoogtes vanaf de vloer in acht:
- bedieningsinrichtingen = minimaal 150 cm
- noodstopknoppen = maximaal 120 cm
Wanneer de handmatige bedieningsinrichtingen
bestemd zijn voor minder-valide personen, moeten ze
gemarkeerd worden met specifieke pictogrammen en
moet gecontroleerd worden of ze voor de genoemde
gebruikers bereikbaar zijn.
4.3 BEVEILIGING TEGEN DE RISICO'S IN
VERBAND MET DE BEWEGING VAN
DE DEUR
De draaideuren voor voetgangersdoorgang vallen binnen
het toepassingsgebied van de geharmoniseerde Euro-
pese norm type "C", EN 15005. De conform deze norm
vervaardigde automatiseringssystemen worden geacht
ook te voldoen aan de essentiële veiligheidseisen van de
Richtlijn 2006/42/EC.
Dit ontheft de fabrikant echter niet van het uitvoeren
van de risicobeoordeling voor het nemen van gepaste
maatregelen voor risico's die niet gedekt worden door de
norm of door de fabrikanten van de onderdelen.
Alleen ter informatie en als niet-uitputtende aandui-
ding, de norm EN16005 bepaalt het volgende inzake
beveiliging tegen de risico's in verband met bewegende
onderdelen:
- De beweging voor opening en sluiting moet
plaatsvinden in de modus "low energy", hetgeen
overeenkomt met een kinetische energie van de
deurvleugel van minder dan 1,69 joule en een
statische kracht onder de 67 N.
- Als alternatief moeten er, voor deuren die toegang
geven tot zones met intens verkeer of wanneer
elk contact met de gebruiker onaanvaardbaar is
omdat vele van de gebruikers ouderen, zieken,
minder-validen en kinderen zijn, aanvullende be-
veiligingsvoorzieningen worden toegepast.
Onder de aangegeven mogelijke oplossingen wordt de
installatie aangeraden van beveiligingsvoorzieningen
(ESPE) in overeenstemming met de norm EN 12978 van
categorie 2 (volgens EN 954-1 en/of EN 13849) om de
volledige breedte van de deurvleugel in beide bewe-
gingsrichtingen te bewaken.
A951
4.4 TYPISCHE INSTALLATIE
!
De typische installatie is een enkel illustratieve en
niet-uitputtende weergave van de toepassing van
A951.
1
1
Voeding 230V~
2
Detector (XPB ON)
3
Sensor opening
4
KP EVO
5
Sleutelschakelaar voor de vergren-
deling van KP EVO
6
Bedieningsknoppen
16
2
3
4
5
6
2
2
2x1.5mm² + aarde
meegeleverde kabel
meegeleverde kabel
33, MAX 50m
2x0.5mm²
2x0.5mm²
5320811 - RevA
2