Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie-Eisen; Mechanische Eisen; Elektrische Installatie - FAAC A951 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4. INSTALLATIE-EISEN

4.1 MECHANISCHE EISEN

De mechanische constructie-elementen moeten voldoen
aan de eisen van de Norm EN 16005.
Voordat het automatiseringssysteem geïnstalleerd wordt,
moet de overeenstemming met de mechanische eisen
gecontroleerd worden en moeten de ingrepen voor het
bereiken van deze overeenstemming worden uitgevoerd.
De noodzakelijke mechanische voorwaarden zijn:
!
Een horizontale en vlakke vloer in het bewegingsge-
bied van de vleugel.
Een perfect verticale deur op elk punt van de
beweging, met een gelijkmatige en regelmatige
verplaatsing, zonder wrijving.
Een stevige en stabiele structuur (bovendorpel,
kolommen, muren, hang- en sluitwerk, scharnieren
en vleugels), zonder gevaar van losraken of verzak-
ken gelet op het gewicht van de vleugel, de door de
aandrijving ontwikkelde krachten en de wind. Voer,
indien nodig, een structurele berekening uit.
Geen sporen van roest op of barsten in de structuur.
De aanwezigheid van gepaste valbeveiliging voor
de vleugel.
Scharnieren in goede staat, gesmeerd, zonder spe-
ling of wrijving; controleer dat de vleugels niet uit
hun scharnieren los kunnen raken en vallen (door
bijvoorbeeld opheffen).
De aanwezigheid van externe mechanische aanslagen
die de beweging van de vleugel tijdens de opening
en sluiting beperken. De aanslagen moeten een
geschikte grootte hebben en zodanig stevig beves-
tigd zijn dat ze de impact van de vleugel kunnen
weerstaan. De drempels en de uitstekende delen van
de vloer moeten op geschikte wijze gevormd zijn of
gesignaleerd worden om slip- of struikelgevaar uit
te sluiten.
De vleugels moeten vervaardigd zijn van materialen
die, in geval van breuk, geen risico op verwonding
van de personen veroorzaken.
De transparante vleugels moeten op gepaste wijze
gesignaleerd worden, met merktekens of etiketten,
om ze duidelijk zichtbaar te maken.
Deuren met een eenrichtingsdoorgang moeten met
gepaste borden gesignaleerd worden.
De afwezigheid van scherpe randen en uitstekende
delen, om gevaar op snijwonden en verstrikt raken te
voorkomen. Verwijder of beveilig anders de scherpe
randen en uitstekende delen op gepaste wijze.
De aanwezigheid van een veiligheidsmarge tussen
de muur (of een ander vast element) en het meest
uitstekende deel van de geopende vleugel, geschikt
voor de bescherming tegen het risico op verplette-
ring/beknelling van de personen. De aanwezigheid
van veiligheidsmarges tussen vaste en beweegbare
delen die de handen voldoende bescherming bieden
tegen het risico op verplettering van de handen.
Breng anders beveiligingen aan die voorkomen dat
A951
de vingers in de ruimtes gestoken kunnen worden.
De aanwezigheid van een veiligheidsmarge over de
hele lengte tussen de vloer en de onderste rand van
de vleugel die voldoende bescherming biedt tegen het
risico op meesleuring van de voeten. Breng anders
beveiligingen aan die voorkomen dat de voeten in de
ruimtes gestoken kunnen worden.
Raadpleeg de norm EN 349 voor de definitie van de
minimale ruimtes om het pletten van lichaamsdelen
te voorkomen.
Raadpleeg de norm EN ISO 13857 voor de definitie
van de veiligheidsafstanden om te voorkomen dat
gevaarlijke zones bereikt kunnen worden.

4.2 ELEKTRISCHE INSTALLATIE

F
Voorafgaand op elk type ingreep moet de stroom-
voorziening worden losgekoppeld.
scheidingsschakelaar niet zichtbaar is, moet een bord
worden aangebracht met het opschrift "OPGELET -
Onderhoud in uitvoering".
!
Het elektrische systeem moet voldoen aan de normen
van kracht in het land van installatie.
Gebruik componenten en materialen voorzien van een
CE-markering en die voldoen aan de Laagspannings-
richtlijn 2014/35/EU en de EMC-richtlijn 2014/30/EU.
Het elektrische voedingsnet van het automatise-
ringssysteem moet voorzien zijn van een meerpolige
installatieautomaat van 6 A met een opening tussen
de contacten gelijk aan of groter dan 3 mm, die de
scheiding verricht volgens de geldende normen.
Het elektrische voedingsnet van het automatiserings-
systeem moet voorzien zijn van een differentiaalscha-
kelaar met een drempel van 0,03 A.
De metalen massa van de structuur moet geaard zijn.
Controleer of de aarding van het systeem voldoet
aan de normen die van kracht zijn in het land van
installatie.
De elektrische kabels van het automatiseringssysteem
moeten qua afmetingen en isolatieklasse voldoen aan
de van kracht zijnde normen, moeten geïnstalleerd
worden in geschikte buizen of slangen, extern of
verzonken.
Gebruik afzonderlijke buizen voor de kabels met
netspanning en voor de verbindingskabels van de
bedieningsinrichtingen/accessoires op 12-24 V.
Controleer, op de tekeningen van de verzonken kabels,
dat er geen sprake is van elektriciteitskabels in de
nabijheid van punten waar gegraven of geboord
moet worden, om elektrocutiegevaar te voorkomen.
Controleer dat er geen leidingen aanwezig zijn in
de nabijheid van punten waar gegraven of geboord
moet worden.
15
In geval de
532081 1 - RevA

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave