Functie:
Hier wordt de waarde ingesteld die overeenkomst met
de nominale motorsnelheid n
het motortypeplaatje.
Beschrijving van de keuze:
Kies een waarde die overeenkomt met de gegevens
op het motortypeplaatje.
NB!
De maximumwaarde komt overeen met
f
x 60. f
moet worden ingesteld in
M,N
M,N
parameter 104 Motorfrequentie, f
107
Automatic motor tuning, AMT
(auto motor tun.)
Waarde:
Optimisation off (AMT off)
Optimisation on (AMT start)
Functie:
Automatische aanpassing van de motor is een algo-
ritme die de statorweerstand R
motoras draait. De motor levert dus geen koppel.
Het gebruik van AMT is nuttig bij het initialiseren van
eenheden wanneer de gebruiker automatisch de fre-
quentie-omvormer zo goed mogelijk wil afstemmen op
de gebruikte motor. Dit wordt vooral gebruikt wanneer
de fabrieksinstelling ontoereikend is voor de motor.
Voor de best mogelijke aanpassing van de VLT-fre-
quentie-omvormer wordt aanbevolen AMT uit te voe-
ren op een koude motor. Let op: door herhaalde AMT-
runs kan de motor oververhit raken, waardoor een
toename ontstaat van de statorweerstand R.
regel is dit echter niet kritiek.
AMT wordt als volgt uitgevoerd:
AMT starten:
1.
Geef een stopsignaal.
2.
Stel parameter 107 Automatic motor tuning in
op de waarde [2] Optimisation on.
3.
Er wordt een startsignaal gegeven en para-
meter 107 Automatic motor tuning wordt
weer op [0] gezet wanneer AMT voltooid is.
AMT voltooien:
AMA wordt voltooid door een resetsignaal te geven.
Parameter 108 Stator resistance, Rs wordt bijgewerkt
met de geoptimaliseerde waarde.
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
zoals aangegeven op
M,N
.
M,N
[0]
[2]
meet zonder dat de
S
. In de
S
®
VLT
2800-serie
AMT onderbreken:
AMT kan tijdens de optimalisatieprocedure worden
onderbroken door een stopsignaal te geven.
Neem bij het gebruik van de AMT-functie de volgende
punten in acht:
-
Om te zorgen dat AMT de motorparameters
zo goed mogelijk kan definiëren, moeten de
juiste gegevens van het typeplaatje van de
op de frequentie-omvormer aangesloten mo-
tor worden ingevoerd in de parameters 102
tot 106.
-
Bij storingen tijdens het aanpassen van de
motor verschijnen alarmmeldingen op het
display.
-
Als regel kan de AMA-functie de waarde van
R
meten van motoren die 1-2 maal zo groot
S
of zo klein zijn dan de nominale afmeting van
de frequentie-omvormer.
-
Druk op de toets [STOP/RESET] als u de au-
tomatische aanpassing aan de motor wilt on-
derbreken.
NB!
AMT mag niet worden uitgevoerd op mo-
toren die parallel zijn aangesloten en de
Setup mag tijdens AMT niet worden ge-
wijzigd.
De procedure voor AMT via SLCP:
Zie Besturingseenheid.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer Optimisation on [2] als u wilt dat de frequen-
tie-omvormer de motor automatisch aanpast.
108
Statorweerstand R
(STATOR RESISTAN)
Waarde:
0,000 - X,XXX Ω
Afhankelijk van de keuze van
Functie:
Na het instellen van de parameters 102-106 Gegevens
typeplaatje wordt een aantal parameters automatisch
aangepast, inclusief de statorweerstand R
handmatig ingevoerde R
moet betrekking hebben op
S
een koude motor. Het asvermogen kan worden ver-
beterd door R
en X
precies af te stellen, zie onder-
S
S
staande procedure.
S
de motor
. Een
S
73