gen datawaarde; het hoogste lognummer [10] bevat
de oudste datawaarde.
Beschrijving van de keuze:
Uitlezen als één waarde.
617
Foutlog: Waarde
(F.LOG: VALUE)
Waarde:
[Index 1-10] Waarde: 0 - 9999
Functie:
Deze parameter maakt het mogelijk te zien bij welke
waarde een uitschakeling heeft plaatsgevonden. De
eenheid van de waarde hangt af van het alarm dat ac-
tief is in parameter 615 Foutlog: Foutcode.
Beschrijving van de keuze:
Uitlezen als één waarde.
618
Reset van kWh-teller
(RESET kWh COUNT)
Waarde:
Geen reset (DO NOT RESET)
Reset (RESET COUNTER)
Functie:
Op nul stellen van parameter 602 kWh counter .
Beschrijving van de keuze:
Als de [OK]-toets wordt ingedrukt terwijl Reset [1] ge-
selecteerd is, wordt de kWh teller van de frequentie-
omvormer op nul gezet. Deze parameter kan niet
geselecteerd worden via seriële communicatie.
NB!
Als de toets [OK] wordt ingedrukt, wordt
de teller op nul gezet.
619
Reset teller draaiuren
(RESET RUN. HOUR)
Waarde:
Geen reset (DO NOT RESET)
Reset (RESET COUNTER)
Functie:
Op nul stellen van parameter 601 Draaiuren.
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
138
VLT
Beschrijving van de keuze:
Als de [OK]-toets wordt ingedrukt terwijl Reset [1] ge-
selecteerd is, wordt parameter 601Draaiuren van de
frequentie-omvormer op nul gezet.Deze parameter
kan niet geselecteerd worden via seriële communica-
tie.
NB!
Als de [OK]-toets wordt ingedrukt, wordt
de parameter op nul gezet.
620
Operation Mode
(OPERATION MODE)
Waarde:
Normal operation (NORMAL OPERATION)
Control card test (CONTROL CARD TEST)
Initialise (INITIALIZE)
Functie:
NB!
Let wel dat de stuurkaart verschilt op De-
viceNet-eenheden. Zie de DeviceNet-
handleiding MG.90.BX.YY voor meer in-
[0]
formatie.
[1]
Deze parameter kan, naast zijn gewone functie, ge-
bruikt w orden om de stuurkaart te testen.
Ook kunnen alle parameters in alle Setups (behalve
de parameters 500 Address, 501 Baudrate, 600-605
Operating data en 615-617 Fault log geïnitialiseerd
worden met de fabrieksinstelling.
Beschrijving van de keuze:
Normal function [0] wordt gebruikt voor de normale
werking van de motor.
Control card test [2] wordt geselecteerd als men de
analoge en digitale ingangen, de analoge, digitale en
relaisuitgangen en de spanning van 10 V en 24 V wil
controleren.
De test wordt als volgt uitgevoerd:
27 - 29 - 33 - 46 worden aangesloten.
50 - 53 worden aangesloten.
42 - 60 worden aangesloten.
12 - relaisklem 01 wordt aangesloten.
[0]
18 - relaisklem 02 wordt aangesloten.
[1]
19 - relaisklem 03 wordt aangesloten.
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
2800-serie
[0]
[2]
[3]