Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Informatie Over De Elektrische Installatie - Danfoss VLT 2800 Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 2800 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Waarschuwing hoge spanning
De spanning van de frequentie-omvormer
is gevaarlijk wanneer de apparatuur op
het lichtnet is aangesloten. Onjuiste in-
stallatie van de motor of frequentie-om-
vormer kan de apparatuur beschadigen
en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen
met zich mee brengen. Volg de aanwijzin-
gen in deze handleiding alsmede de loka-
le en nationale regels en veiligheidsvoor-
schriften op.
Het aanraken van elektrische onderdelen
kan fatale gevolgen hebben, zelfs wan-
neer de netvoeding is afgekoppeld: Wacht
minstens 4 minuten voor de stroomafvoer.
NB!
Het is de verantwoordelijkheid van de ge-
bruiker of van de installateur om te zorgen
voor een correcte aarding en beveiliging
van de apparatuur overeenkomstig de na-
tionale en lokale voorschriften.
Aarding
De volgende basispunten moeten in acht worden ge-
nomen voor installatie:
Veiligheidsaarding: denk eraan dat de fre-
quentie-omvormer een hoge lekstroom heeft
en om veiligheidsredenen op degelijke wijze
geaard moet worden. Volg de lokale veilig-
heidsvoorschriften op.
Hogefrequentieaarding: houd de aardkabels
zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen zo op elkaar
aan dat de geleidingsimpedantie zo laag mogelijk is.
U verkrijgt een zo laag mogelijke geleidingsimpedantie
door de gelieder zo kort mogelijk te houden en het
grootste beschikbare oppervlak te benutten. Een plat-
te gelieder bijvoorbeeld heeft bij een gelijke doorsnede
C een lagere HF-impedantie dan een ronde gelie-
der
. Als u meerdere units in behuizingen wilt in-
VESS
stalleren, moet de achterplaat van de behuizing - die
van metaal moet zijn - als een gemeenschappelijke
aardplaat worden gebruikt. De metalen behuizingen
van de units moeten met een zo laag mogelijke HF-
impedantie aan de achterplaat van de behuizing wor-
den bevestigd. Op deze manier worden verschillen
tussen de HF-spanningen in de eenheden voorkomen
en zullen er geen ruisstromen optreden in de verbin-
dingskabels van de eenheden. Ruisradiantie wordt
42
VLT
beperkt. Ten behoeve van een lage HF-impedantie
kunnen de bevestigingsbouten van de eenheden wor-
den gebruikt als HF-aansluiting op de achterplaat. Iso-
leerverf en dergelijke moet van de bevestigingspunten
verwijderd worden.
Kabels
De stuurkabel en de voedingskabel moeten apart van
de motorkabels worden geïnstalleerd om ruisover-
dracht te voorkomen. In de regel is een afstand van 20
cm voldoende, maar het verdient aanbeveling de ka-
bels zo ver mogelijk van elkaar te installeren, vooral bij
kabels die over grote afstanden parallel lopen.
Bij gevoelige signaalkabels, zoals telefoon- of dataka-
bels, verdient het aanbeveling de kabels zo ver mo-
gelijk van elkaar te installeren. De benodigde afstand
hangt af van de installatie en de gevoeligheid van de
signaalkabels; het is dus niet mogelijk exacte waarden
te noemen.
Wanneer de kabels in kabelbakken worden gelegd,
mogen gevoelige signaalkabels niet in dezelfde ka-
belbak worden gelegd als de motorkabel. Als signaal-
kabels vermogenkabels kruisen, moeten de kabels in
een hoek van 90° worden gelegd. Alle aan ruis onder-
hevige ingangs- en uitgangskabels van een behuizing
moeten worden afgeschermd/gewapend.
Zie ook EMC-correcte elektrische installatie.
Afgeschermde/gewapende kabels
De afscherming moet een lage HF-impedantie heb-
ben. Dit wordt bereikt door toepassing van een ge-
vlochten afscherming van koper, aluminium of ijzer.
Versterkte afscherming als mechanische bescher-
ming is bijvoorbeeld niet geschikt voor een EMC-cor-
recte installatie. Zie ookGebruik van EMC-correcte
kabels.
Extra beveiliging
Als extra beveiliging kan gebruik worden gemaakt van
aardlekschakelaars, nulaarding of aarding, op voor-
waarde dat de installatie voldoet aan de lokale veilig-
heidsvoorschriften. Een aardingsfout kan in de ontla-
dingsstrom een gelijkstroom veroorzaken. Gebruik
nooit een RCD (aardlekschakelaar) van het type A;
deze zijn niet geschikt voor DC-foutstromen. Als RCD-
relais worden gebruikt, dienen deze te voldoen aan de
lokale voorschriften.De gebruikte RCD-relais dienen
geschikt te zijn:
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
2800-serie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave