Speciale omstandigheden
Galvanische scheiding (PELV)
PELV-isolatie (Protective Extra Low Voltage) wordt
gerealiseerd door galvanische scheiders te plaatsen
tussen de stuurcircuits en de circuits die verbonden
zijn met het netpotentiaal. De VLT is ontworpen om te
voldoen aan de eisen voor beveiligde isolatie met be-
hulp van de vereiste kruip- en spelingsafstanden. De-
ze vereisten worden beschreven in de norm EN
50178. Bovendien wordt voorgeschreven dat de in-
stallatie volgens de lokale/nationale voorschriften ten
aanzien van PELV moet worden uitgevoerd.
Alle stuurklemmen, klemmen voor seriële communi-
catie en relaisklemmen zijn op een veilige manier ge-
scheiden van het netpotentiaal, dat wil zeggen dat ze
voldoen aan de PELV-vereisten. Circuits die zijn aan-
gesloten op de stuurklemmen 12, 18, 19, 20, 27, 29,
33, 42, 46, 50, 53, 55 en 60 zijn galvanisch met elkaar
verbonden. De aansluiting tussen seriële communica-
tie en de veldbus is galvanisch gescheiden van de
stuurklemmen, hoewel dit slechts een functionele
scheiding is.
De relaiscontacten van klem 1-3 zijn door versterkte/
dubbele isolatie gescheiden van de andere stuurcir-
cuits, dat wil zeggen dat deze voldoen aan de PELV-
vereisten, ook al is er sprake van netpotentiaal bij de
relaisklemmen.
De hieronder beschreven circuitelementen vormen
een veilige elektrische scheiding. Zij voldoen aan de
vereisten voor versterkte/dubbele isolatie en de bijbe-
horende testen volgens EN 50178.
1.
Transformatorscheiding en optische schei-
ding in voedingsspanning.
2.
Optische isolatie tussen basisbesturing mo-
tor en stuurkaart.
3.
Isolatie tussen de stuurkaart en het voe-
dingsgedeelte.
4.
Relaiscontacten en klemmen die horen bij
andere circuits op de stuurkaart.
De PELV-isolatie van de stuurkaart is gewaarborgd
onder de volgende voorwaarden:
-
TT-netwerk met maximaal 300 Vrms tussen
fase en aarde.
-
TN-netwerk met maximaal 300 Vrms tussen
fase en aarde.
-
IT-netwerk met maximaal 400 Vrms tussen
fase en aarde.
142
VLT
Alle aansluitingen naar de stuurklemmen moeten zijn
voorzien van versterkte/dubbele isolatie om aan PELV
te voldoen. Ook de thermistor moet bijvoorbeeld ver-
sterkt/dubbel geïsoleerd zijn.
Aardlekstroomen RCD-relais
Lekstroom naar de aarde wordt voornamelijk veroor-
zaakt door de parasitaire capacitantie tussen de mo-
torfasen en de afscherming van de motorkabel. Het
gebruik van een RFI-filter veroorzaakt extra lekstroom,
aangezien het filtercircuit door middel van condensa-
toren is verbonden met de aarde.
De omvang van de lekstroom naar de aarde is afhan-
kelijk van de volgende factoren, in volgorde van be-
langrijkheid:
1.
Lengte van de motorkabel
2.
Motorkabel met of zonder afscherming
3.
Hoge schakelfrequentie
4.
RFI-filter al of niet gebruikt
5.
Motor ter plekke geaard of niet
De lekstroom is van belang voor de veiligheid gedu-
rende het gebruik/de functionering van de frequentie-
omvormer indien er (bij vergissing) geen aardverbin-
ding is aangebracht.
NB!
Aangezien de lekstroom > 3,5 mA is, is
aarding voor hoge lekstromen nodig, het-
geen noodzakelijk is om te voldoen aan
EN 50178. De kabeldoorsnede moet ten
minste 10 mm
aardingsdraden hebben die afzonderlijk
worden afgesloten.
NB!
Gebruik nooit een RCD-relais (type A) die
niet geschikt is voor DC-foutstromen van
driefasegelijkrichterbelastingen.
De gebruikte RCD-relais dient geschikt te zijn:
-
om apparatuur met een gelijkstroomcompo-
nent in de foutstroom (driefasebruggelijkrich-
ter) te beveiligen
-
voor een pulsvormige, korte ontlading bij het
inschakelen
voor een hoge lekstroom (300 mA)
-
Zie Aarde voor meer informatie.
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
2800-serie
2
bedragen of 2 nominale