Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT 2800 Series Handleiding pagina 33

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 2800 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Indicatielampjes
Aan de onderkant van het bedieningspaneel bevinden
zich een rood alarmlampje, een geel waarschuwings-
lampje en een groen spanningsindicatielampje.
Indien bepaalde drempelwaarden worden overschre-
den, gaat/gaan het alarm- en/of waarschuwingslampje
branden, terwijl er tegelijkertijd op het bedieningspa-
neel een status- of alarmtekst verschijnt.
NB!
Het spanningsindicatielampje gaat bran-
den wanneer de frequentie-omvormer
spanning krijgt.
Local control
[STOP/RESET] wordt gebruikt om de aangesloten
motor te stoppen of om de frequentie-omvormer te re-
setten na een uitval (trip). Kan op actief of inactief
worden ingesteld via parameter 014 Local stop.
Als stop wordt geactiveerd, knippert regel 2 van het
display.
NB!
Als geen externe stopfunctie is geselec-
teerd en de toets [STOP/RESET] inactief
is, kan de motor uitsluitend worden stilge-
zet door de spanning naar de motor of de
frequentie-omvormer af te koppelen.
[JOG] brengt de uitgangsfrequenti e op een voorge-
programmeerde frequentie, terwijl men de toets inge-
drukt houdt. Via parameter 015 Lokale jog kan men
kiezen of deze functie wel of niet actief moet zijn.
[FWD / REV] verandert de draairichting van de motor,
hetgeen wordt aangegeven door de pijl op het display.
Via parameter 016 Local reversing kan men kiezen of
deze functie wel of niet actief moet zijn. De toets [FWD/
REV] is alleen actief als parameter 002 Local/remote
operation is ingesteld op Local control.
[START] wordt gebruikt om de frequentie-omvormer
te starten. Is altijd actief, maar kan een stopcommando
niet opheffen.
®
MG.27.E3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
2800-serie
NB!
Als de lokale stuurtoetsen op inactief zijn
ingesteld, worden deze beide actief wan-
nee r de frequentie-omvormer op Local
control en Remote control wordt ingesteld
via parameter 002 Local/remote operati-
on, met uitzondering van [FWD/REV]. De-
ze toets is uitsluitend actief bij Local
control.
Display stand
VAR 1.1 VAR 1.2 VAR 1.3
VAR 2
STATUS
Bij normaal bedrijf kunnen permanent maximaal 4 ver-
schillende bedrijfsvariabelen worden weergegeven:
1,1 en 1,2 en 1,3 en 2. De huidige bedrijfsstatus of
alarmen en waarschuwingen die zich hebben voorge-
daan, worden in de vorm van een getal getoond in
regel 2.
In het geval van alarmen wordt dit weergegeven op
regel 3 en 4 met een uitleggende tekst.
Er zal een knipperende waarschuwing verschijnen op
regel 2 met uitleggende tekst op regel 1. Bovendien
geeft het display de actieve Setup weer.
De pijl geeft de geselecteerde draairichting aan. Hier
geeft de frequentie-omvormer weer dat hij een actief
omkeersignaal heeft. De staart van de pijl verdwijnt
wanneer er een stopcommando wordt gegeven of als
de uitgangsfrequentie onder 0,1 Hz daalt.
Op de onderste regel wordt de status van de frequen-
tie-omvormer weergegeven. De schuifbalk geeft de
bedrijfsgegevens, die kunnen worden weergegeven in
regel 1 en 2 van de display-stand. U kunt wijzigingen
aanbrengen met de [+ / -] toetsen.
SETUP
1
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave