Inbedrijfstelling "Easy" met RS-485-interface/veldbus
7.4
Werking met RS-485-master
•
•
•
7.4.1
Telegramstructuur
De volgende afbeelding laat de structuur van de telegrammen tussen de RS-485-master
en de MOVIMOT
Idle
SD1 = start-delimiter (startteken) 1: master -> MOVIMOT
SD2 = start-delimiter (startteken) 2: MOVIMOT
ADR = adres 1–15
TYP = type gebruiksdata
PDU = gebruiksdata
BCC = Block Check Character (blokcontroleteken): XOR van alle bytes
AANWIJZING
Bij het type "cyclisch" verwacht de MOVIMOT
busactiviteit (masterprotocol). Als de busactiviteit niet wordt herkend, stopt de
MOVIMOT
Er is geen time-outbewaking als het type "acyclisch" is.
De aandrijving kan bij een onderbreking van de busverbinding ongecontroleerd verder
lopen.
Dood of zwaar letsel door ongecontroleerd bedrijf.
•
Technische handleiding – MOVIMOT
De overkoepelende besturing (bijv. plc) is de master, de MOVIMOT
slave.
Er wordt 1 startbit, 1 stopbit en 1 pariteitsbit (even parity) gebruikt.
De overdracht vindt plaats conform het SEW-MOVILINK
"Codering van de procesdata") met een vaste overdrachtssnelheid van 9600 baud.
®
-regelaar zien:
SD1 ADR
Idle
SD2 ADR
Idle
Master
= startpauze minstens 3,44 ms
groepsadres 101–115
254 = peer-to-peer
255 = broadcast
®
automatisch (time-outbewaking).
WAARSCHUWING!
Busverbinding tussen de master en de MOVIMOT
overdracht gebruiken.
®
MM..D met draaistroommotor DRS/DRE/DRP
Werking met RS-485-master
Request-Telegramm
Protocol-Data-Unit (PDU) BCC
TYP
Protocol-Data-Unit (PDU) BCC
TYP
Response-Telegramm
®
®
-> master: 1D
®
na maximaal één seconde de volgende
®
-regelaar alleen met "cyclische"
I
0 0
®
-regelaar is de
®
-protocol (zie hoofdstuk
MOVIMOT
®
339909643
: 02
hex
hex
7
97