Uit- en ingangssignalen van de kantentaster
aansluiten
Sluit de HEIDENHAIN-kantentaster aan op de sub-D-ingang X10 op
het achterpaneel.
Pas de ND 780 aan voor gebruik met de kantentaster via de volgende
bedrijfsparameters:
Lengte van taststift
Diameter van taststift
Voor een omschrijving van de bedrijfsparameters. Zie "Parameters
voor Bewerking instellen" op pagina 27.
De operator moet nieuwe instellingen voor de kantentaster
invoeren.
Penbezetting voor de ingang van de kantentaster en uitvoer van
meetwaarden (zie aansluitschema)
Pen
Bezetting
1
0V (inwendige afscherming)
2
KTS-voorbereid
3
Gereserveerd voor toekomstig gebruik
6
+5V
7
0V
8
0V
9
Gereserveerd voor toekomstig gebruik
12
Contact voor meetwaarde-uitvoer
13
KTS
14
Impuls voor meetwaarde-uitvoer
Pennen 12 en 14 worden gebruikt voor de uitvoer van meetwaarden.
Wanneer een van deze contacten wordt kortgesloten naar pen 8 (0V),
dan worden de gemeten waarden zoals gedefinieerd in Bewerking
instellen uitgevoerd via de TXD-lijn van de RS-232-interface. Er kan
een in de handel verkrijgbare schakelaar worden gebruikt voor het
contact tussen pen 12 en pen 8. De impuls van pen 14 naar pen 8 kan
worden geïnitieerd via een component met TTL logische schakeling
(bijv. SN74LSXX).
92
II Technische informatie