Druk op de softkey GEREEDSCHAP.
De cursor springt automatisch naar het invoerscherm
Gereedschapstabel.
GEREEDSCHAPSTABEL
Plaats de cursor op het gereedschap dat u wilt
vastleggen, of voer het gereedschapsnummer in.
Druk op ENTER.
GEREEDSCHAPSDIAMETER
Voer de gereedschapsdiameter in, bijv. (2).
Druk op de pijltoets OMLAAG.
GEREEDSCHAPSLENGTE
Voer de gereedschapslengte in, bijv. (20).
Druk op de pijltoets OMLAAG.
- ALTERNATIEVE METHODE -
U kunt ook een correctie laten bepalen door de ND
780. Bij deze methode moet u met de punt van elk
gereedschap een gemeenschappelijk referentievlak
aanraken. Hierdoor kan de ND 780 het verschil in
lengte tussen de afzonderlijke gereedschappen
bepalen.
Verplaats het gereedschap totdat de punt het
referentievlak raakt.
Druk op de softkey LENGTE LEREN. De ND 780 zal
dan een correctie ten opzichte van dit oppervlak
berekenen.
Herhaal deze procedure voor elk volgend
gereedschap en gebruik daarbij hetzelfde
referentievlak.
42
I Bedieningsinstructies