Voorinstellen van de incrementele afstand
Voorbeeld: boren door te verplaatsen totdat de nulwaarde wordt
weergegeven, met incrementeel positioneren.
Voer de coördinaten in incrementele maten in. Deze worden hieronder
(en op het scherm) voorafgegaan door een I. Het nulpunt is het
werkstuknulpunt.
Gat
1
bij: X = 20 mm / Y = 20 mm
Afstand tussen gat
2
en gat 1: XI = 30 mm / YI = 30 mm
Gatdiepte: Z = -12 mm
Werkstand: RESTWEG
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Druk op de softkey VOORINSTELLEN.
Druk op de toets X-as.
- ALTERNATIEVE METHODE -
Kies met de softkey INSTELLEN/NUL de werkstand
Instellen.
Druk op de toets X-as.
Voer de waarde van de nominale positie in voor gat 1:
X = 20 mm en zorg ervoor dat de
gereedschapsradiuscorrectie niet actief is.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor gat 1:
Y = 20 mm en zorg ervoor dat de
gereedschapsradiuscorrectie niet actief is.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor de
gatdiepte:
Z = -12 mm. Druk op ENTER.
Boor gat 1: verplaats de X-, Y- en Z-as tot de
weergegeven waarde nul is. Het vierkant in de
grafische positioneerhulp is nu gecentreerd tussen de
twee driehoekjes.
Trek de boor terug.
56
I Bedieningsinstructies