Referentiemerken van encoder
Encoders hebben normaal een of meer referentiemerken die de
referentiemerk-evaluatiefunctie van de ND 780 gebruikt om nulpunten
te herstellen na stroomuitval. Er kan worden gekozen uit twee types
referentiemerken: vaste en afstandsgecodeerde.
Bij encoders met afstandsgecodeerde referentiemerken bevinden
de referentiemerken zich op een bepaalde gecodeerde afstand van
elkaar. De ND 780 kan dan met een willekeurig paar referentiemerken
de vorige nulpunten herstellen. Bij deze configuratie hoeft de operator,
wanneer de ND 780 opnieuw wordt ingeschakeld, het meetsysteem
slechts over een zeer korte afstand te verplaatsen om de nulpunten te
herstellen.
Encoders met vaste referentiemerken beschikken over een of meer
merken met een vaste onderlinge afstand. Om de nulpunten correct
te herstellen, moet tijdens de referentiemerk-evaluatieprocedure
exact hetzelfde referentiemerk worden gebruikt als het
referentiemerk dat is gebruikt toen het nulpunt de eerste keer werd
vastgelegd.
De vastgelegde nulpunten kunnen na een
stroomonderbreking niet worden hersteld als de
referentiemerken niet zijn gepasseerd voordat de
nulpunten werden vastgelegd.
ND 780
19