VOER EEN WAARDE IN VOOR X
Voer de coördinaat (X = 0 mm) in en neem de
coördinaat over als nulpunt voor de middellijn en druk
op ENTER.
Voorbeeld: tast het middelpunt van een boorgat met een
kantentaster en stel het nulpunt in, 50 mm vanuit het
cirkelmiddelpunt.
X-coördinaat van het cirkelmiddelpunt: X = 50 mm
Y-coördinaat van het cirkelmiddelpunt: Y = 0 mm
Druk op NULPUNT.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
Druk op TASTEN.
Druk op CIRKELMIDDELPUNT.
Verplaats de kantentaster naar het eerste punt
langs de omtrek tot de LED's op de kantentaster
oplichten.
Tast op dezelfde manier twee extra punten langs de
omtrek. Er verschijnen verdere instructies op het
scherm. Zie het instructievakje voor de gemeten
diameter.
MIDDELPUNT X INVOEREN X = 50
Voer de eerste coördinaat (X = 50 mm) in en
Druk op de pijltoets OMLAAG.
MIDDELPUNT Y INVOEREN Y = 0
Accepteer Y = 0 mm als standaardinvoerwaarde.
Druk op ENTER.
ND 780
1
49