Spiegelen
Bij een schaalfactor -1,00 ontstaat een spiegelbeeld van het
werkstuk. U kunt gelijktijdig een werkstuk spiegelen en de
schaal ervan vergroten of verkleinen (zie pagina 64).
Kantentaster (alleen voor frezen)
In dit invoerscherm voert u de waarden voor de diameter en
lengtecorrectie van de kantentaster in. Voor beide waarden gelden de
maateenheden zoals aangegeven in het invoerscherm.
U
De numerieke toetsen worden gebruikt om de diameter- en
lengtewaarden in te voeren. De diameter moet groter zijn dan nul.
De lengte is een waarde met een voorteken (negatief of positief).
U
Er is een softkey beschikbaar waarmee u de maateenheden voor de
kantentaster kunt opgeven.
De instellingen voor de kantentaster blijven behouden na het
uitschakelen.
Diameter assen
Kies Diameter assen om te bepalen welke assen kunnen worden
weergegeven in radius- of diameterwaarden. AAN geeft aan dat de
aspositie wordt weergegeven als een diameterwaarde. Bij UIT is de
functie Radius/diameter niet van toepassing. Zie . Voor
draaibewerkingen zie pagina 79 voor de functie Radius/diameter.
U
Ga met de cursor naar DIAMETER ASSEN en druk op ENTER.
U
De cursor staat nu in het veld X. Druk, afhankelijk van de gewenste
parameter voor de desbetreffende as, op de softkey AAN/UIT om de
functie in of uit te schakelen.
U
Druk op ENTER.
28
I Bedieningsinstructies