1e stap: gegevens invoeren
Positioneer het gereedschap in elke as op het
startpunt van de snede en stel de digitale uitlezing
voor zowel de X- als de Z-as op nul in.
Deze positie is de buitendiameter voor de X-as voor
buitendraad, of de binnendiameter voor binnendraad.
De Z-as is bij het startpunt van de snede
gepositioneerd.
Druk op de softkey DRAADCYCLUS om het
invoerscherm te openen en gegevens in te voeren.
De assen zijn in dezelfde modus ingesteld als de
relatieve as: radius of diameter.
STARTPUNT
X: voer de coördinaten voor het startpunt in die
eerder zijn vastgelegd (0,0).
De gebruikelijke startpositie is meestal 0,0.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
Zo: voer de coördinaten voor het startpunt in die
eerder zijn vastgelegd (0,0).
De gebruikelijke startpositie is meestal 0,0.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
EINDPUNT
X: voer de diameter voor nabewerking van de draad
in.
Dit is de kleine buitendiameter voor buitendraad en
de grote binnendiameter voor binnendraad.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
Zo: voer het eindpunt van de draad (draadlengte) in.
Druk op de pijltoets OMLAAG.
ND 780
83