5
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname
Lengte van de armleuning verstellen
– Draai de stergreep (1) linksom los.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai de stergreep rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Hoogte van de armleuning verstellen
– Draai het handwiel (3) linksom los.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai het handwiel rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Stuurkolom verstellen
– Duw de verstelhendel (2) van de stuurkolom
naar beneden.
– Zet de stuurkolom (1) in de gewenste stand
en trek de hendel weer naar boven.
GEVAAR
Ongevallenrisico!
– Zorg ervoor dat de stuurkolom in de juiste stand
is vastgezet.
De stuurkolom moet op zijn plaats vastklikken.
Verstel de stuurkolom nooit tijdens het rijden.
82
1
2
174764 [NL]
Gebruik
3
1
2
7331_342-001
6210_424-001