6
Onderhoud
– Schroef het ontluchtingsfilter met oliepeil-
stok (1) los.
– Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet
ten minste tot aan de markering (2) op de
peilstok reiken.
– Als het oliepeil het aangegeven niveau
niet bereikt, moet via de vulhals tot maxi-
maal de bovenste markering hydraulieko-
lie met de betreffende specificatie wor-
den bijgevuld (ze ⇒ Deel "Onderhouds-
schema", blz. 6-323).
OPMERKING
Gebruik een trechter.
– Schroef het ontluchtingsfilter met oliepeil-
stok op zijn plaats.
– Sluit de motorkap weer.
MILIEUVOORSCHRIFT
Neem alle eventueel gemorste olie zorgvuldig
op en voer deze op een milieuvriendelijke
manier af.
350
7311_003-019
174764 [NL]
Onderhoud
1
1
2
7094_700-002