5
Storingen
Verwijder door middel van de koelvloei-
stofcirculatie het ijs van de verdamper
GEVAAR
Brandgevaar! Als de motor afslaat voordat hij het
restgas heeft verbruikt, kan er restgas in de ver-
damper achterblijven. Dit gekoelde gas zet bij
verwarming uit en wordt naar de motor afgevoerd.
Vanaf de motor kan het gas verder in het uitlaatsy-
steem terechtkomen. Bij de volgende startpoging
kan het gas in het uitlaatsysteem ontbranden of er
kunnen gloeiende deeltjes uit de uitlaatpijp schie-
ten.
Als de motor afslaat terwijl de machine zich in de
buurt van brandbare of licht ontvlambare materia-
len bevindt, mag in die omgeving geen startpoging
worden ondernomen. Sleep de machine weg uit
de gevarenzone voordat u probeert de machine
opnieuw te starten. Zorg ervoor dat zich geen per-
sonen of voorwerpen in het gebied achter de uitlaat
bevinden.
– Sluit de klep van de gascilinder.
– Koppel de stekker (1) los van de gasaf-
sluitklep. De gasafsluitklep is gesloten. De
gastoevoer naar de verdamper is geblok-
keerd.
– Probeer met de contactschakelaar de motor
opnieuw te starten. Als de motor start, laat
u hem draaien totdat hij wegens gasgebrek
opnieuw afslaat.
– Wacht twee minuten nadat de motor is
afgeslagen, start de motor opnieuw en laat
hem lopen tot hij weer afslaat.
– Als de motor weer is afgeslagen, sluit u de
stekker (1) weer aan op de gasafsluitklep.
Start de motor opnieuw en laat hem draaien.
– Als de motor stabiel stationair draait,
draait u na ca. 15 seconden langzaam
de klep van de gascilinder open en laat
u de motor stationair draaien zodat hij op
bedrijfstemperatuur komt.
272
174764 [NL]
Gebruik