5
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname
zijn vastgezet, om te voorkomen dat de
koppelpen verloren raakt.
• Schade aan of andere defecten van de
heftruck of het voorzetapparaat (variant)
moeten onmiddellijk worden gemeld bij de
leidinggevende of de verantwoordelijke
beheerder van de heftruckvloot, zodat
dezen het defect kunnen laten verhelpen.
Ruitensproeierinstallatie vullen
– Open de vuldop (1) van de ruitensproeierin-
stallatie (variant).
– Vul het ruitensproeierreservoir ⇒ Deel "On-
derhoudsschema", blz. 6-323 volgens het
onderhoudsschema met ruitensproeier-
vloeistof met antivries; zie
LET OP
Componenten kunnen door bevriezing beschadigd
raken!
Water zet bij bevriezing uit. Als er geen antivries in
het systeem aanwezig is, kan de ruitensproeierin-
stallatie (variant) bij vorst beschadigd raken door
ijsvorming.
– Gebruik altijd ruitensproeiervloeistof met anti-
vries.
– Sluit de vuldop.
– Bedien de ruitensproeierinstallatie tot er
ruitensproeiervloeistof uit de sproeiers
komt.
Toestand van de wielen en banden
controleren
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico! Bij onregelmatige slijtage of een
verkeerde bandenspanning neemt de stabiliteit van
de vorkheftruck af en neemt de remweg toe.
– Vervang versleten of beschadigde banden
onmiddellijk.
74
174764 [NL]
Gebruik
1
7312_003-009