Weergavepatroon instelling
U kunt een van de zes kleurenpatronen selecteren die voor het kleurenpatroon in het aanraakscherm wordt gebruikt.
U kunt voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken.
Toetsinstelling aanpassen
Snelkoppelingen naar functies die regelmatig worden gebruikt kunt u op het hoofdscherm van elke modus weergeven.
Voor informatie over aangepaste toetsen, zie de hoofdstukken voor elke functie.
De instellingen worden hieronder weergegeven.
Item
1 – 3 aanpassen
Item
Terug naar uitgangswaarden
Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm
configureren.
Instellingen beginscherm
Gebruik deze functie om het beginscherm de configureren wanneer er op de toets [BEGIN] wordt gedrukt.
De instellingen worden hieronder weergegeven.
Item
Functietoetsen
Toetsnaam
Afbeelding
Toepassingstoetsen
Achtergrondbeeld
Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm
configureren.
Voer een naam voor de aangepaste toets in (maximaal 14 tekens).
Selecteer de functie die u aan de toets wilt toewijzen. Welke functies kunnen worden
geselecteerd, varieert per modus.
Hiermee zet u alle aangepaste toetsen terug naar de oorspronkelijke instelling.
Wanneer [Aangepast] is geselecteerd, kan elke toetsnaam (van maximaal 16 tekens) worden
ingevoerd.
Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de afbeelding van de
modustoets worden gewijzigd in een gif-bestand van maximaal 10 KB.
Er kunnen tot vier sneltoetsen naar Sharp OSA-applicaties worden opgeslagen.
Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de achtergrond van het
beginscherm worden gewijzigd met een gif-, png-, jpg- of bmp-bestand van 392 x 800 pixels
van maximaal 310 KB.
7-62
SYSTEEMINSTELLINGEN
Beschrijving
Beschrijving
Inhoudsopgave