RESOLUTIE WIJZIGEN
De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto,
het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding.
Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel.
Resolutie-instellingen
Resolutie
Standaard
Fijn
Extra Fijn
Ultrafijn
Halftoon
Druk op [Resolutie].
1
De huidige resolutie-instelling verschijnt rechts van de [Resolutie]-toets.
☞
WEERGAVE-INSTELLINGEN
Faxen/Resolutie
2
Wanneer [Fijn], [Extra Fijn] of [Ultrafijn] geselecteerd zijn, kunt u de [Halftoon]-toets indrukken om halftonen te kiezen.
• Als u de glasplaat gebruikt om meerdere pagina's van originelen te scannen, kan de resolutie-instelling worden aangepast telkens
wanneer u pagina's verandert. Bij gebruik van de automatische documentinvoer kan de instelling van de resolutie niet meer worden
gewijzigd nadat het scannen is begonnen. (Gebruikt u echter de speciale functie "Opdracht Samenstel.", dan kan de resolutie
telkens wanneer u een nieuwe set originelen invoert worden gewijzigd.)
• Wanneer een fax verzonden is met een resolutie [Ultrafijn], [Extra Fijn] of [Fijn], zal er een lagere resolutie worden gebruikt
als de ontvangende machine die resolutie-instelling niet heeft.
Systeeminstellingen (Beheerder): Instelling Oorspronkelijke Resolutie
Hiermee wijzigt u de standaardinstelling voor de resolutie.
Selecteer deze instelling wanneer uw originelen bestaan uit teksten in normaal formaat (zoals
de tekst in deze gebruiksaanwijzing).
Selecteer deze instelling wanneer uw originelen kleine letters of afbeeldingen met dunne
lijnen bevatten.
Het origineel wordt gescand in tweemaal de [Standaard]-resolutie.
Selecteer deze instelling wanneer uw originelen complexe afbeeldingen of diagrammen
bevatten.
Er wordt een afbeelding verkregen van betere kwaliteit dan met de [Fijn]-afstelling.
Selecteer deze instelling wanneer uw originelen complexe afbeeldingen of diagrammen
bevatten.
Deze instelling geeft de beste beeldkwaliteit. De verzending duurt echter langer dan met de
andere instellingen.
Selecteer deze instelling als uw origineel een foto is of kleurgradaties heeft (zoals een
origineel in kleur).
Deze instelling geeft een helderder beeld dan [Fijn], [Extra Fijn] of [Ultrafijn] alleen.
De halftoon-instelling kan niet geselecteerd worden wanneer [Standaard] wordt gebruikt.
(pagina 4-46)
(1)
(2)
OK
Standaard
Fijn
Extra Fijn
Halftoon
Ultrafijn
Toepassing
Selecteer de resolutie.
(1) Druk op de toets van de gewenste resolutie.
(2) Druk op de toets [OK].
4-56
FAX
Inhoudsopgave