VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
ONDERDELEN EN FUNCTIES
BUITENZIJDE
(1)
Automatische origineelinvoer
Deze laadt en scant automatisch meerdere originelen. Bij
2-zijdige originelen kunnen automatisch beide zijden
worden gescand.
☞
HET ORIGINEEL PLAATSEN
(2)
Voorklep
Open deze klep om de hoofdvoedingsschakelaar aan of
uit te zetten of een tonercartridge te vervangen.
☞
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN
☞
DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN
(3)
Papierdoorvoereenheid*
Deze voert afdrukken naar de finisher (grote
stapeleenheid) of zadelsteek afwerkingseenheid.
(4)
Bedieningspaneel
Dit wordt gebruikt om functies te selecteren en het aantal
kopieën in te voeren.
☞
BEDIENINGSPANEEL
* Randapparatuur.
(2) (3)
(1)
(pagina 1-38)
(pagina 1-15)
(pagina 1-63)
(pagina 1-8)
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
(4)
(5)
Wanneer er geen
afwerkingeenheid / zadelsteek
afwerkingseenheid is geïnstalleerd
Wanneer een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd
(5)
Uitvoerlade (rechterlade)
Als deze is geïnstalleerd, kunnen er afdrukken naar
worden uitgevoerd.
(6)
Uitvoerlade (middelste lade)
Uitvoer wordt naar deze lade uitgevoerd.
(7)
Afwerkingseenheid*
Deze kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Er
kan ook een perforatiemodule worden geïnstalleerd om
uitvoer te perforeren.
☞
AFWERKINGEENHEID
1-3
(6)
(7)
*
(pagina 1-44)
Inhoudsopgave