Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Amazone Deutz TCD Bedieningshandleiding pagina 44

Inhoudsopgave

Advertenties

Motorconservering
Brandstof/-tank/-toevoerleiding naar de
motor eveneens sluiten, zodat het systeem
beschermd is tegen stof en vuil. Elektronica
beschermen tegen vocht/corrosie.
Stilstandstijden van meer dan 4 weken met
biodiesel moeten altijd worden vermeden.
Smeeroliesysteem
● Laat de smeerolie af wanneer de motor op
bedrijfstemperatuur is.
● Motor met inloopconserveringsolie vullen en
conserveringsloop (samen met conserveringsloop
voor brandstofsysteem) uitvoeren, daarbij motor
op ca. 60 °C warmrijden; duur van de loop
minstens 5 minuten, zodat alle onderdelen van
het smeeroliesysteem nat zijn,
of
alle toegankelijke onderdelen met
inloopconserveringsolie nat maken en met een
aparte pomp ca. 60 °C warme
inloopconserveringsolie door de motor pompen,
tot alle lagers en lagerbussen nat gemaakt zijn.
● Reinig het oliecarter, de cilinderkop met
tuimelaars, de kleppen en de klepveren grondig
met gedestilleerde brandstof of een
reinigingsmiddel.
Luchtaandrukker
● Bij gemonteerde luchtaandrukker moet er na het
uitschakelen van de motor zolang een
corrosiewerend middel in het
luchtaandrukkerinlaatsysteem worden gesproeid
tot het middel naar buiten komt via de
drukaansluitopening.
© 06/2018
Transport en opslag
Die afdekking moet los op de motor liggen, zodat
de lucht rondom de motor kan circuleren, zodat er
geen condenswater kan worden gevormd. Maak
eventueel gebruik van een droogmiddel.
Naconserveren van motoren
Wanneer de max. beschermingstijd van de
conservering is bereikt, of een niet meer effectieve
conservering wordt vastgesteld, en de motor nog
langer moet worden opgeslagen, dan moet er een
naconservering worden uitgevoerd. De
naconservering beschermt de motor, resp. de
reserveonderdelen, nog eens 12 maanden lang.
De naconservering moet net als de eerste
conservering met een conserveringsloop worden
uitgevoerd. Indien een conserveringsloop niet
mogelijk is (motor is bijv. uit de installatie
uitgebouwd), dan moet bij de naconservering met
enige bijzonderheden rekening worden gehouden,
die hieronder worden beschreven.
Interne conservering
Brandstofsysteem
● DEUTZ adviseert het gebruik van dieselbrandstof
met een gehalte aan polycyclische aromatische
koolwaterstoffen ≤ 8,0 %(m/m) en een
smeervermogen van ≤ 400 micrometer in de
HFRR-test (EN ISO 12156-1), of biodiesel
(FAME) ≤ 0,1 %(V/V).
Pomp brandstof met een aparte pomp of met een
brandstof-handpomp tot het brandstofsysteem is
gevuld. Tap daarna het brandstofmengsel af.
86
Koelsysteem
● Naar gelang van de serie zijn de motoren
uitgerust met een koellucht-, koelsmeerolie- of
koelvloeistofsysteem (koelwater met
antivriesmiddel).
● Bij vloeistofgekoelde motoren moet de
koelvloeistof worden afgetapt en het koelsysteem
worden gereinigd.
● Vervolgens een corrosieweringscyclus laten
draaien, zodat er een deklaag op de
binnenvlakken van het koelsysteem wordt
gevormd. Met een mengsel uit:
– Gezuiverd water
– Anti-corrosiemiddel
of
– Gezuiverd water
– Corrosiebeschermingsmiddel met licht
antivriesmiddel
● De duur van de conserveringsloop en de
concentratie van het anticorrosiemiddel is
afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant
van het anticorrosiemiddel.
● Laat vervolgens de koelvloeistof af.
Aanzuigluchtleidingen
● Aanzuigluchtleiding met de anti-corrosieolie of de
inloopconserveringsolie inspuiten.
Externe conservering
Alvorens met de externe conservering te beginnen
moet de motor met reinigingsmiddel grondig worden
gereinigd.
Smeeroliesysteem
● Pers ca. 60°C warme inloopconserveringsolie
met een aparte pomp of met een
voorsmeerhandpomp in de smeeroliecirculatie.
Daarbij moet de motor met de hand of een
elektrische draaiinrichting worden doorgedraaid,
zodat alle lagers en lagerbussen met olie worden
besmeerd. De motor kan ook met de starter
worden doorgedraaid, zonder de motor te starten.
● Bouw het cilinderkopdeksel uit en spuit de
kleppen, klepveren en tuimelaars met
inloopconserveringsolie in.
Koelsysteem
● In de regel is een naconservering binnen 24
maanden niet nodig. Indien nodig kan het
koelvloeistofsysteem met een mengsel uit anti-
corrosiemiddel worden gevuld en met een externe
pomp worden gecirculeerd, zodat er zich een
nieuwe deklaag op de interne vlakken van het
koelsysteem kan vormen.
● De duur van de conserveringsloop en de
concentratie van het anticorrosiemiddel is
afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant
van het anticorrosiemiddel.
● Laat vervolgens de koelvloeistof af.
Deconservering
Ontconserveren van de interne ruimtes
Brandstofsysteem
● Vul de brandstoftank en het brandstofsysteem
met de voorgeschreven brandstof.
Transport en opslag
Blanke buitendelen en -vlakken
● Smeer alle blanke uitwendige onderdelen en
buitenvlakken (bijv. vliegwiel, flensvlakken) in met
conserveringsmiddel of besproei er ermee.
● Bij strengere eisen, bijv. zeetransport of miltaire
voorschriften moet een langdurig werkend
conserveringsmiddel worden toegepast.
Rubberen onderdelen
● Wrijf rubberen onderdelen (bijv. moffen) die niet
gelakt zijn met talkpoeder in.
Riemaandrijvingen
● V-riemen en geribde riemen moeten worden
gedemonteerd en verpakt opgeslagen.
● V-riemschijven en spanrollen moeten met een
corrosiewerend middel worden ingespoten.
Motoropeningen
● Alle motoropeningen moeten van lucht- en
waterdichte afdekkingen worden voorzien, om het
vervliegen van de conserveerstoffen te vertragen.
Bij gemonteerde luchtaandrukker moet de inlaat-
en drukaansluiting met een kap worden gesloten.
De luchtinlaat moet bij aanzuiging uit een
luchttoevoerbuis worden versperd om het
doorluchten van de motor (schoorsteenwerking)
te vermijden.
Opslag en verpakking
● Na het conserveren moet de motor in een droge,
goed geventileerde ruimte worden opgeborgen en
van een gepaste afdekking worden voorzien.
Motorconservering
Smeeroliesysteem
● Vul de motor met smeerolie via de
smeerolievulopening.
Koelsysteem
● Indien het gebruikte conserveermiddel zonder
problemen vermengd kan worden met de te
gebruiken koelvloeistof, kan de koelvloeistof op
de voorgeschreven wijze direct in het
koelvloeistofsysteem worden gegoten.
● Indien het niet zeker is of het gebruikte
conserveermiddel vermengd kan worden met het
te gebruiken koelvloeistofmengsel, dient het
koelvloeistofsysteem gedurende ca. 15 minuten
met schoon water doorgespoeld te worden
voordat de koelvloeistof erin wordt gegoten.
Deconservering van de uitwendige onderdelen
● as alle met conserveermiddel behandelde
oppervlakken en onderdelen af met gedestilleerde
brandstof of een geschikt reinigingsmiddel.
● Was indien van toepassing de groeven in de V-
riemschijven af.
● Monteer de V-riemen of geribde riemen volgens
voorschrift.
● Vul de koelkring met koelvloeistof.
Conserveermiddelen/reinigingsmiddelen
Voor informatie over de te gebruiken
conserveringsmiddelen/reinigingsmiddelen die
voldoen aan de eisen van DEUTZ kunt u steeds
terecht bij uw DEUTZ-partner.
Of kijk op www.deutz.com
85
© 06/2018

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Deutz tcd 4.1 l4Deutz tcd 6.1 l6Deutz ttcd 6.1 l6

Inhoudsopgave