3
Bedienen van het plasmasysteem
Stap 6 – Indien nodig aanpassen van de uitgangsstroom (A) en de bedrijfsmodus
1. Zorg ervoor dat de uitgangsstroom (A) correct is voor uw toepassing.
De plasmastroombron stelt automatisch de uitgangsstroom in aan de hand van het type
Hypertherm-cartridge dat u installeert. Bijvoorbeeld wanneer u een 65 A
Hypertherm-cartridge installeert, dan stelt de plasmastroombron de uitgangsstroom in
op 65 A.
Draai de instelknop zo nodig om de uitgangsstroom in stappen van
1 A in te stellen. U kunt ook de handtoorts gebruiken om de
uitgangsstroom in te stellen. Raadpleeg
Verplaats de toortsvergrendelingsschakelaar naar de groene 'gereed
om te vuren'-stand (
Wanneer u de stroom aanpast, identificeert een schaal de laagst en hoogst mogelijke
stroomsterkte-instelling met betrekking tot de plasmastroombron en Hypertherm-cartridge.
2. Zorg ervoor dat de bedrijfsmodus correct is voor uw toepassing.
De plasmastroombron stelt automatisch de bedrijfsmodus in aan de hand van het type
Hypertherm-cartridge dat u installeert.
Wanneer u een Hypertherm-snijcartridge installeert, schakelt de plasmastroombron
naar de snijmodus. De gutsmodus is niet beschikbaar.
Wanneer u een Hypertherm-gutscartridge installeert, schakelt de plasmastroombron
naar de gutsmodus. De snijmodus en de metaalgaasmodus zijn niet beschikbaar.
U kunt de bedrijfsmodus indien nodig handmatig aanpassen. Raadpleeg
Verplaats de toortsvergrendelingsschakelaar naar de groene 'gereed om te
vuren'-stand (
De plasmastroombron stelt aan de hand van de bedrijfsmodus, het toortstype, het
Hypertherm-cartridgetype en de lengte van de toortsslang ook automatisch de gasdruk
in voor optimaal snijden.
72
pagina
) voordat u de uitgangsstroom aanpast.
) voordat u de bedrijfsmodus instelt.
810470NL
73.
Gebruikershandleiding
Powermax65/85/105 SYNC
pagina
77.