2
Installeren en instellen van de plasmastroombron
Vereisten voor aarding
Om persoonlijke veiligheid en correcte werking te garanderen en om elektromagnetische
interferentie (EMI) te verminderen, moet de plasmastroombron correct geaard zijn.
De plasmastroombron moet via de stroomkabel worden geaard volgens de
nationale en plaatselijke elektrische voorschriften.
De enkelfasige voorziening moet van het driepolige type zijn met een groene of groen/gele
draad voor de beveiligde aarde en moet voldoen aan de nationale en plaatselijke vereisten.
Gebruik geen tweepolige voorziening.
De 3-fasige voorziening moet van het vierpolige type zijn met een groene of groen/gele
draad voor de beveiligde aarde. Hij moet voldoen aan landelijke en plaatselijke vereisten.
Raadpleeg de Safety and Compliance Manual (Veiligheids- en nalevingshandleiding) (80669C)
voor meer informatie over aarding.
Raadpleeg voor gemechaniseerde snijsystemen Best practices voor EMI-aarding en -bescherming
in de Powermax65/85/105 SYNC Mechanized Cutting Guide (Powermax65/85/105 SYNC Gids
voor gemechaniseerd snijden) (810480).
Nominaal vermogen (snijvermogen) van de plasmastroombron
De uitgang in watt geeft het snijvermogen van een plasmastroombron hoger weer dan de uitgang in
ampère. De nominale uitgangen voor de systemen zijn als volgt:
Maximale uitgangsstroomsterkte
Maximale nominale uitgangsspanning
Snijvermogen
Om het snijvermogen in watt (W) te berekenen, vermenigvuldigt u de maximale uitgangsstroom in
ampère (A) met de maximale nominale uitgangsspanning (VDC). Bijvoorbeeld:
65 A x 139 VDC = 9035 W (9,0 kW)
Spanningsconfiguraties
De plasmastroombron past zich automatisch aan voor een correcte werking bij de huidige
ingangsspanning. U hoeft geen componenten te wijzigen of opnieuw te bedraden. Maar u moet het
volgende doen:
Installeer de Hypertherm-cartridge in de toorts. Raadpleeg
cartridge
Zorg ervoor dat de uitgangsstroom (A) correct is voor de cartridge die u heeft geïnstalleerd.
Draai indien nodig aan de instelknop op het voorpaneel om de uitgangsstroom aan te
passen. Raadpleeg
bedrijfsmodus
42
Powermax65 SYNC Powermax85 SYNC Powermax105 SYNC
20 A–65 A
139 VDC
9,0 kW
op pagina 66.
Stap 6 – Indien nodig aanpassen van de uitgangsstroom (A) en de
op pagina 72.
25 A–85 A
143 VDC
12,2 kW
810470NL
Gebruikershandleiding
30 A–105 A
160 VDC
16,8 kW
Stap 3 – Installeren van de
Powermax65/85/105 SYNC