Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET
4.2.3 PROFINET
configureren
®
Configuratie controleren bij de pomp
62
®
3.
Om van
„Veldbus" naar „Inactief / actief" te gaan: het
[clickwheel] draaien en indrukken.
„inactief" naar „actief" te gaan: het [clickwheel]
4.
Om van
draaien en indrukken.
ð De pomp slaat de instelling
Daarnaast verschijnt het menu
PROFINET" .
è
De pomp bevindt zich in de toestand "Stop". Om deze te
kunnen aansturen, op de toets
Via de BUS het start-commando geven.
Ook terwijl het PROFINET
ingangen, zoals niveaubewaking, doseerbewaking en externe
besturing (pauze, contactingang, analoge ingang). Deze leiden in
de bijbehorende bedrijfsmodus tot de verwachte reacties, zoals bij
de pomp zonder PROFINET-functionaliteit - zie gebruikershandlei‐
ding van de pomp. De pomp stuurt de betreffende informatie via
het PROFINET
naar de master (PLC, PC, ...).
®
De DULCO flex Control DFXa, DFXa is vanuit de fabriek ingesteld
„Automatisch" .
op doseerwijze
Ook als de veldbus op inactief is ingesteld, heeft de master lezend
toegang tot de pompdata, die gedefinieerd zijn in het GSDML-
bestand.
Wordt het PROFINET
op
®
lingen van de bedrijfsmodus geladen, die hiervoor was geselec‐
teerd.
Wordt de pomp omgeschakeld naar een andere bedrijfsmodus,
stopt de pomp en kan de pomp alleen via de toets
worden gestart.
De pomp kan altijd via het PROFINET
ongeacht of PROFINET actief is geschakeld of niet.
Om de pomp via PROFINET
veldbus-bedrijf worden geactiveerd.
Doorgaans wordt de pomp via de PLC geconfigureerd en niet via
„PROFINET" van de pomp. Hierbij wordt de naam van
het menu
de pomp via de PLC ingevoerd.
Het instellen van IP-adres, subnet, .... worden uitgevoerd door de
PLC. Voor het controleren van de waarden kan het menu van de
pomp worden gebruikt:
Voorwaarde:
„actief" op.
„Instellingen
[Stop/Start] drukken.
„actief" is, functioneren alle externe
®
„inactief" ingesteld, worden de instel‐
worden geconfigureerd –
®
te kunnen aansturen, moet het
®
[Stop/start]