Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU
Register Aanduiding
1420
Analoge ingang "Onderste
door de gebruiker gedefini‐
eerde foutgrens stroom"
1422
Analoge ingang "Bovenste
door de gebruiker gedefini‐
eerde foutgrens stroom"
1424
Pauze-ingang "Ingangsni‐
veau"
1425
Pauze-ingang "Wissen van
fouten met verplichte beves‐
tiging"
1426
Hulpingang "Ingangsniveau"
1427
Contactingang "Geheugen‐
functie batch"
1428
Contactingang "Geheugen‐
functie contact"
42
Type
Weergave / betekenis
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de configureerbare
onderste foutdrempel voor de ingangsstroom vastge‐
legd. De instelling is uitsluitend van kracht, als para‐
meter "Storingsmelding stroom te laag" is ingesteld
op "actief"
0,1 ... 20,5 mA
FLOAT32
Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE -
ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND,
wordt in deze parameter de configureerbare
bovenste foutdrempel voor de ingangsstroom vast‐
gelegd. De instelling is uitsluitend van kracht, als
parameter "Storingsmelding stroom te hoog" is inge‐
steld op "actief"
0,1 ... 20,5 mA
BOO‐
Zonder inverteren wordt de PAUZE-toestand geacti‐
LEAN
veerd door het niveau "LOW" bij de pauze-ingang
0 - INGANGSNIVEAU ZONDER INVERTEREN
1 - INGANGSNIVEAU INVERTEREN
BOO‐
Afhankelijk van de configuratie kunnen aan het begin
LEAN
van een actief PAUZE-signaal alle fouten met ver‐
plichte bevestiging worden gereset
0 - FOUTEN MET VERPLICHTE BEVESTIGING
NIET RESETTEN
1 - FOUTEN MET VERPLICHTE BEVESTIGING
RESETTEN
BOO‐
Zonder inverteren wordt de externe bedrijfsmodus
LEAN
geactiveerd door het niveau "LOW" bij de hulpingang
0 - INGANGSNIVEAU ZONDER INVERTEREN
1 - INGANGSNIVEAU INVERTEREN
BOO‐
Indien batchgeheugen geactiveerd en wordt tijdens
LEAN
een lopende batchdosering een nieuwe batch geacti‐
veerd, wordt het nog te doseren volume verhoogd
met de nieuwe batch. Bij niet geactiveerd batchge‐
heugen, wordt het restvolume gewist en wordt de
nieuwe batch gestart
0 - BATCHGEHEUGEN NIET GEACTIVEERD
1 - BATCHGEHEUGEN GEACTIVEERD
BOO‐
Indien contactgeheugen geactiveerd en wordt tijdens
LEAN
een lopende contactdosering een nieuw contact
geactiveerd, wordt het nog te doseren volume ver‐
hoogd met het volume van een nieuwe contact‐
proces. Bij niet geactiveerd contactgeheugen, wordt
het restvolume gewist en wordt een nieuw contact‐
proces gestart
0 - CONTACTGEHEUGEN NIET GEACTIVEERD
1 - CONTACTGEHEUGEN GEACTIVEERD