Tab. 35: Strokes / Quantity en individuele data
Module/
Index
Naam
slot
10
1
Reset
stroke
counter
2
Reset
quantity
counter
3
Stroke
counter
4
Quan‐
tity
counter
5
Liters
per
stroke
6
Live‐
span
hose
alleen
1
Iden‐
acy‐
tcode
clisch:
2
Serial
11
number
3
Naam
4
Installa‐
tion
location
Diagnosetelegrammen
0 0
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
Modu‐
Diag.-
Aandui‐
lenaam
numme
ding
r
(hex)
Strokes
20
C0,81,
/Quan‐
C5
tity
21
22
23
24
25
25
26
27
28
* L = lezen, S = schrijven
Het apparaat stelt op basis van de PROFIBUS
[Get_Sl_Diag] beschikbaar. De diagnosegegevens bestaan uit
standaard diagnose-informatie (6-bytes volgens PROFIBUS
norm) en eventueel apparaatspecifieke diagnosegegevens. Voor
de apparaatspecifieke diagnosegegevens, kunnen maximaal 63
bytes worden ingevoegd. Hiervan zijn de eerste 4 bytes gespecifi‐
ceerd in de PROFIBUS
De byte sign_len als volgt coderen:
Lengte van de status-DU inclusief headerbyte: 04..63
Kenmerk "Apparaatgerelateerde diagnose": 00 constant
Type
Data‐
Beschrijving
stroom *
u8
S
Wijzigt de waarde van 1
naar 0, wordt de
„Slagenteller" (totaal
aantal slagen) gereset
u8
Wijzigt de waarde van 1
naar 0, wordt de
„Volumeteller" (totaal
aantal liter) gereset
u32
L
Telt het aantal slagen: -
sinds de laatste reset
„Slagenteller" )
(
f32
Telt het doseervolume in
liter - sinds de laatste reset
„Volumeteller" )
(
f32
Liter per slag
u32
Levensduur slang
s32
Identcode van de pomp
s16
Serienummer van de pomp
s32
Pompnaam, vrij vast te
leggen
s32
Opstellocatie, vrij vast te
leggen
®
-norm:
®
-norm de dienst
®
-
®
57