3 Gebruik
Uitschakeling door lege batterij
WAARSCHUWING!
Als de batterij praktisch leeg is, gebruik het toestel dan niet meer en verlaat het gebied direct. Het toestel kan niet langer
mogelijke gevaren aangeven, omdat het onvoldoende voeding krijgt om correct te werken.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Wanneer de batterij onvoldoende voeding voor het toestel levert, gaat het naar de batterij-uitschakelmodus:
• de kaderrand van de batterijstatus knippert
• het alarmsymbool gaat AAN
• klinkt er een alarm
• de alarmleds knipperen
• waarden kunnen niet meer van het display worden afgelezen
• het display wisselt tussen BATT en ERR
• er kunnen geen andere toestelpagina's worden bekeken
Het instrument handhaaft deze status tot het op OFF wordt gezet of de batterij helemaal leeg is. Het alarmlampje en
akoestische alarm kunnen met de knop worden uitgeschakeld.
Als de batterij van het toestel leeg raakt, stel het instrument dan buiten gebruik en vervang de batterij.
Het alarm kan worden uitgeschakeld door op de knop te drukken.
3.7
Bewaken van gasconcentratie
WAARSCHUWING!
Als de gasalarmtoestand wordt bereikt bij gebruik van het toestel voor een persoonlijke of omgevingscontrole, heeft de
omgeving een vooringesteld alarmniveau bereikt.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Toxische gassen
Het toestel geeft de gasconcentratie weer in deeltjes per miljoen (ppm) of mg/m³ op de meetpagina. Het toestel blijft op
deze pagina staan tot een andere pagina wordt geselecteerd of het instrument op OFF wordt gezet.
Er zijn vier alarminstelpunten op het toestel:
Hoog-alarm
Laag-alarm
27
ALTAIR® 2X
NL